Waarom we dol zijn op neuzekes

Heb jij een neus voor kwaliteit?

Kom dan naar Gent en proef het alom bekende neuzeke. Ze spreken er ook van het tsjoepke.

Maar deze lekkernij is meest bekend als de CUBERDON.

De cuberdon, het zoete kegeltje met de smaak en kleur van framboos, dat uit de 19de eeuw stamt, maakt vandaag furore tot ver buiten onze landgrenzen. Het kegeltje heeft inderdaad de vorm van een neus. Maar de cuberdon verrast niet alleen door zijn harde en tegelijk zachte textuur, de afgeronde vorm roept ook een zekere sensualiteit op. Het is een op en top Belgisch product. Knapperig, smeuïg, suikerzoet: het neuzeke heeft troeven zat. Ze doen me denken aan mijn kindertijd. Ik kreeg er af en toe eentje als beloning.

De cuberdons zijn geen voorbijgaande rage. Het is een paradepaardje dat België op de kaart zet.

Geschiedenis van de cuberdon

Het zou België niet zijn als er verdeeldheid heerste tussen Vlaanderen en Wallonië. Zelfs als het over cuberdons gaat, is er onenigheid. De Vlamingen en Walen eisen allebei de roots van deze zoete lekkernij op.

In Vlaanderen gaat het verhaal dat we het recept van de cuberdon te danken hebben aan een pastoor uit Brugge. Er werd zelfs beweerd dat de vorm van het snoepgoed lijkt op een pastoorshoed (chapeau de curé) en zo werd het snoepje soms genoemd.

Volgens de overlevering kwam het recept van het neuzeke in 1873 bij toeval tot stand toen de Gentse apotheker De Vynck.  Hij maakte een siroop om de houdbaarheid van medicijnen te verhogen. Na een paar dagen bleek dat er zich rond het mislukte preparaat een korst was gevormd, terwijl de kern nog vloeibaar was. Hier groeide het idee om de siroop te commercialiseren als bonbon.

Dan is er het verhaal van ‘Confiserie Geldhof’ uit Eeklo, die het recept zou hebben gekregen van de kleinzoon van De Vynck. Zij beweren de uitvinders te zijn.

En in Wallonië klinkt het dan weer dat de term cuberdon etymologisch een verbastering is van ‘Cul de bourdon’ (het kontje van de horzel) en dat het snoepje oorspronkelijk uit het westen van Henegouwen komt.

Wat ook beweerd wordt, je moet in Gent zijn voor de echte neuzekes! En daar concurreren de verkopers naast elkaar. In 2015 was er zelfs een ware neuzenoorlog. Eén van de verkopers noemde de waar van zijn collega ‘chemische brol’. Hij werd door de rechter veroordeeld tot een dwangsom van 1000 euro per overtreding.

Hoe worden cuberdons gemaakt?  

De originele ambachtelijke cuberdon, vervaardigd volgens een geheim recept uit 1873 werd erkend als traditioneel Vlaams streekproduct. De klassieke cuberdon is niets anders dan suiker en siroop op basis van Arabische gom (sap van de acaciastruiken), met een frambozenaroma. En toch vergt het de nodige behendigheid en knowhow om dit schijnbaar eenvoudige snoepje te maken.

De bereiding duurt zeven dagen. De Arabische gom wordt gesmolten in water. Er wordt glucose, framboosaroma en suiker toegevoegd en omgeroerd. Met dit mengsel worden de kegelvormpjes gevuld. Die vormpjes (meestal in houtvorm) worden in zetmeel geduwd. De volgende dag gaan de vormpjes voor 6 dagen, in een droogoven. Hierdoor ontstaat een lichtjes verharde rand. De binnenkant blijft smeuïg, zoals hoort bij een goede cuberdon.

De echte cuberdon heeft een paarsachtige kleur. Hét perfect neuzeke heeft een dun korstje dat in de mond openbarst, waardoor de heerlijke siroop vrijkomt.

Wie ten volle wil genieten van die smeuïge binnenkant moet de cuberdon binnen de 4 à 5 weken na productiedatum opeten. Later begint de binnenkant te versuikeren. Die korte houdbaarheid verklaart waarom de echte cuberdon buiten eigen streek bijna niet te verkrijgen is.

 

 

Varianten van de klassieke neuzekes

In 1939 leerde Antoine Geldhof (toen 14 jaar) het recept en maken van cuberdons bij de kleinzoon van de oorspronkelijke Gentse uitvinder. Zijn zoon, Tony Geldhof, leerde alle knepen van het vak en de ‘Confiserie Geldhof’ op in Eeklo (bij Gent) werd bekend. De productie van de cuberdons kwam even in het gedrang, door een tekort aan Arabische gom toen de Sahel-landen werden getroffen door de droogte (jaren ’80).
Sinds de erkenning als “streekproduct” van de cuberdon en met een productie van ruim 400 ton is Confiserie Geldhof vandaag de onbetwiste marktleider.

Naast de traditionele cuberdons biedt de Confiserie Geldhof ook varianten aan in andere smaken en kleuren. Ik denk aan aardbeismaak, anijs, bosbes, braambes, sinaas, appel, citroen en chocolade (melk of fondant).

Kijk voor deze variaties op: http://www.conf-geldhof.be/nl/assortiment/cuberdons

Daarnaast zijn er met colasmaak, meloen, lavendel, kokosnoot, ananas, pepermunt, kiwi enz ..

 

Maar geef mij maar de ENIGE ECHTE KLASSIEKER.

 

Neuzekes en gastronomie

De cuberdonmarkt is goed voor bijna 6 miljoen euro per jaar en groeit nog steeds. En ja, de neuzekes vallen te rijmen met gastronomie. De ene vindt ze geknipt in desserts of bij het aperitief. Anderen combineren ze in hartige bereidingen. Neuzekes worden verwerkt in ijs, gebak, crème brulée, in boterhambeleg, dessertsaus, koekjes en zelfs in jenever. De kegeltjes worden soms omhuld met een laagje chocolade.

Én ze duiken zelfs op in de meest trendy keukens van grote chefs: zij hebben een neus voor kwaliteit en verheffen de cuberdon tot gastronomische hoogtes.

 

Cuberdonijs

Cuberdonsiroop (links)        -       Cuberdon dessertsaus (rechts)

Cuberdonjenever