Tijd voor de eerste lentegroenten

Tijd voor de Primeurs - de eerste jonge groenten

Na een lange winter met aardse knollen en hartige kolen, kunnen we ons weer verlekkeren op de frisse aroma’s en felle kleuren van krokante lentegroenten. Lentegroenten helpen ons de winter van ons af te schudden, ze verhogen onze fitheid en zorgen ervoor dat we met hernieuwde vitaliteit de zomer tegemoet kunnen treden: het zijn echte pepmiddelen.

Het is gedaan met ‘geïmporteerde’ asperges, courgettes, tomaten en komkommers. Vanaf nu kunnen we in de keuken weer aan de slag met producten van bij ons. De lente en de mooie dagen gaan gepaard met de eerste jonge groenten : zacht en buitengewoon vers. De meeste kan je rauw eten in een slaatje maar ook in eenvoudige recepten komen ze helemaal tot hun recht. De smaak ervan zorgt voor een eersteklas gerecht.

In de lente zijn asperges, tomaten, broccoli en bloemkool top. Maar ook frisgroene jongelingen zoals ijsbergsla, Romeinse slaharten, lente-uitjes, wortel, komkommer, radijsjes, waterkers en spinazie doen het prima in de lentekeuken. Vers van het veld op je bord zijn ze het allerlekkerst: gestoomd en kort gestoofd in een klontje boter geven ze hun rijke smaak helemaal vrij. Omdat primeurgroentjes zo pril van structuur zijn, hoef je ze maar kort te garen. Zo blijven alle goede bestanddelen optimaal bewaard en leveren ze kracht en energie om de dag vlot door te komen.

 

Hier volgen 10 lenteprimeurs :

1. Lente-ui

De lente-ui is een klein bolgewas dat vroeger voornamelijk geteeld werd in het Middellandse Zeegebied en China. De kleine witte bol en het diepgroene loof zorgen, naast een zachte en lichtjes zoete smaak, voor een frisse kleurrijke toets in de gerechten. Hij wordt rauw, gebakken, gesauteerd of gekonfijt gegeten. De lente-ui leent zich uitstekend voor wokgerechten en is een onmiskenbare troef in de Aziatische keuken. Bij ons is hij de trouwe partner van een boterham met kwark en radijzen. Hij wordt ook vaak gestoofd in boter of olijfolie. Het is één van de ingrediënten van een tabouleh, geeft een krokante toets aan salades en wordt in fijne stukjes gehakt om hapjes af te werken.

 

2. Jonge worteltjes

Worteltjes of peentjes zijn de populairste groenten van allemaal.  Ze zijn onze rijkste bron van betacaroteen, een stof die fungeert als antioxidant en daarnaast door het lichaam kan omgezet worden in vitamine A. Hoe feller de kleur van de wortel, hoe hoger het gehalte aan deze belangrijke carotenoïde. Worteltjes smaken lekker zoet en zijn zeker favoriet bij kinderen. Je vindt wortelen in allerlei kleuren, van zwart over paars tot geel en wit. De oranje variant is bij ons het best gekend. Van worteltjes mag je voluit genieten, of je ze nu rauw eet, stooft of kookt.

 

3. Asperges, de koningin van de lentegroenten

Asperges... het woord doet menig fijnproever het water in de mond lopen. En dat alleen al omwille van hun heerlijke, delicate smaak, hun zijdezachte structuur en veelzijdige toepassing in de keuken. Over asperges heb ik veel te vertellen, lees daarom meer over asperges HIER

 

4. Tomaat

De tomaat is net zoals goud afkomstig van Peru. In de Provence werd de vrucht vroeger trouwens ‘pomme d’or (gouden appel) genoemd en de Italianen spreken nog steeds van ‘pomo d’oro’. De tomaat is in de eerste plaats een zuidelijke vrucht – en dus geen groente! – die warmte nodig heeft.  De Provencaalse, Italiaanse, Spaanse en Portugese keukens tellen heel wat specialiteiten die de tomaat alle eer aandoen. In de loop der tijd werd ze ook steeds vaker in meer noordelijk gelegen gebied geteeld. Tegenwoordig zijn tomaten het ganse jaar door verkrijgbaar. In België en Nederland kan je al in de lente in je supermarkt terecht voor mooie rode, rijpe, sappige en verse tomaten. De tomaat is rijk aan lypoceen, een antioxidant. Doordat ze weinig calorieën bevat, is ze ideaal voor wie licht wil eten.

Mini-tomaten:

Er zijn er ook de verschillende soorten minitomaten : ronde kerstomaten, kleine pruimtomaten, biologisch geteelde kerstomaten, mix van rode en gele mini-tomaten ….

a) mini-trostomaatjes en tapastomaten : deze minitomaten zijn heel smakelijk en hebben heerlijk sappig en vast vruchtvlees. Ze bevatten ook meer lycopeen (een krachtige antioxidant) dan gewone tomaten. Er zitten zo’n 10 vruchten op elke tros. Het zijn ideale oventomaten en dankzij hun trosvorm presenteren ze ook mooi.

b) minipruimtomaten : ovale mini-trostomaten met een uitgesproken zoete smaak. Perfect in slaatjes en zuiderse stoofpotjes.

c) kerstomatenmix in 3 kleuren : deze kerstomaten in 3 kleuren zorgen meteen voor een mooie kleurrijke toets in uw bereidingen. Ze worden zonder hun kroontje geoogst en hebben een fijne en extra zoete smaak.

 

5. Romeinse slaharten

Deze kleine slaharten hebben een licht zoete smaak. Dankzij hun vaste en krokante blaadjes kan u ze ook langer bewaren dan een gewone sla. Romeinse slaharten zijn perfecte vervangers van ijsbergsla in al uw bereidingen. Ze zijn vooral heerlijk in koude schotels en gemengde slaatjes zoals een caesarsalade of puur met een dressing van olijfolie, balsamicoazijn, peper en zout. Probeer ze ook eens gestoofd of gegrild op de barbecue.

De lange blaadjes van deze romeinse slaharten moeten een mooie frisgroene kleur hebben en goed vastzitten aan het hart. Ze smaken heerlijk krokant en iets zoeter dan gewone sla. Romeinse slaharten zijn rijk aan vezels en een goede bron van vitamine K en provitamine A.

 

6. Jonge spinazie

De donkergroene spinaziebladeren zijn zacht en zoet met een subtiele nootsmaak. De bladspinazie is een groente die afkomstig is uit Perzië en werd in Europa geïntroduceerd door de kruisvaarders. Deze bladgroente wordt in heel Europa geteeld. Het blad wordt in een jong stadium geoogst en er zijn 3 soorten: kleinbladige, grofbladige en wilde spinazie.

Jonge spinazie kan rauw, gestoomd of gekookt worden gegeten. Was de blaadjes altijd goed en verwijder beschadigd blad en taaie stengels. De volwassen spinazie wordt gestoofd in boter of gekookt in water. Spinazie is licht verteerbaar, dus bijzonder geschikt voor kinderen, maar helaas niet altijd door hen geliefd. De groente is zeer rijk aan eiwitten. Het fabeltje over het hoge ijzergehalte en de kracht van Popeye is niet helemaal waar. Er zit wel degelijk ijzer in maar slechts in beperkte hoeveelheden. Bovendien is ijzer in spinazie aan oxaalzuur gebonden, wat de opname door het menselijk lichaam bemoeilijkt.

Spinazie in relatie met gezondheid staat in de belangstelling omdat het een nitraatrijke groente is, wat mogelijk negatieve gezondheidseffecten heeft. Een ongewenst chemisch proces kan zich inderdaad voordoen wanneer bij lange bewaring nitraat wordt omgezet in kankerverwekkend nitriet. Je kan dit zien aan het verleppen van de bladeren. Daarom is het aan te raden deze groenten steeds zo vers mogelijk te eten.

 

7. Komkommer

Dit is een universele groente die spontaan groeit in alle continenten. We vinden de komkommer in het wild terug in de warme streken van Azië en Europa, in Afrika, Amerika en zelfs in Australië. De komkommer stamt af van dezelfde familie als de meloen en omvat talrijke verschillende soorten. De soort die die wij in onze streken kennen, is waarschijnlijk afkomstig van Hindoestan, waar hij al ongeveer drieduizend jaar geteeld wordt.

Het vruchtvlees van de komkommer is fris, sappig, lichtjes zuur en vormt de perfecte dorstlesser op warme dagen. Bij ons wordt hij rauw gegeten in salades, dikwijls nadat hij eerst bestrooid werd met zout en uitgelekt is om het overtollige vocht te verwijderen. maar in andere landen zoals Finland en Polen, wordt de komkommer gebakken. Een uitdaging die de moeite waard is om aan te gaan. Ben je op dieet of probeer je licht te eten.. dan is de komkommer je beste vriend! Hij bevat namelijk nagenoeg geen calorieën, aangezien hij voor 90% uit water bestaat! Resultaat : een waar genot voor de mond en de lijn … vooral in de jonge versie.

 

8. Paprika

De paprika behoort tot de familie van de pepers, waarvan hij de zachtste vertegenwoordiger is. Hij is afkomstig uit de tropische streken van Amerika en wordt zachter van smaak naargelang de vrucht rijper wordt. In onze streken begon de paprikateelt in de 15de eeuw. De dikke vlezige vruchten zijn groen, geel of rood, naargelang de rijpingsgraad. Hij wordt geteeld in serres en kan rauw gegeten worden. Zijn broze textuur zorgt er echter voor dat hij moeilijk verteerbaar is, daarom worden mensen met een gevoelige maag aangeraden de paprika te bakken of te schillen. In de paprika zitten witte vezels en zaden die best verwijderd worden omwille van de bittere smaak. De rode of oranje paprika is één van de groenten die het meest vitamine C en betacaroteen (provitamine A) bevat. Hij leent zich uitstekend voor alle bereidingswijzen (gestoofd, gegrild, gepureerd, gevuld ..) Bovendien zal de lichtjes zoete smaak niemand aan tafel onberoerd laten.

 

9. Radijsjes voor extra pit

De eerste radijsjes kondigen de lente aan. De lenteradijs smaakt zachter dan de herfstradijs. Er zijn witte, rode, gele, groene, zwarte en paarse radijsjes en je vindt ze in ronde vormen of als langwerpige kegeltjes. De lange witte daikon-radijs is dan ook het lekkerst. Als je de rode ronde radijs koopt, laat dan de groene exemplaren liggen want die kunnen scherp zijn.  Een heldere kleur wijst op versheid. Deze knolletjes met hun scherpe, pittige smaak zijn echte gezondheidstoppers. Ze zijn een bron van vitamine C, ze zijn vet-en caloriearm. Daarnaast verminderen ze een indigestie en een opgeblazen gevoel, ze stimuleren gal en lever en dankzij hun vochtafdrijvende werking bevorderen ze ook nog eens het ontgiftingsproces. Radijs werkt bovendien slijmoplossend; handig om te weten als je last hebt van een voorjaarsverkoudheid.

Radijzen hebben een nadeel : ze kunnen winderigheid veroorzaken.

 

10. Rabarber, fris en zuur

Rabarber is rijk aan vitamine C, kalium en vezels. Rabarber is befaamd om zijn sterk laxerende werking en past daarmee perfect in een ontgiftingskuur. Rabarberstengels zijn op hun best jong geoogst, eind maart, april en mei. In de zomer smaken ze minder goed en zijn de stengels taaier. Je kan rabarber gerust rauw eten, tenminste als je van zijn zure smaak houdt.

Rabarber bevat oxaalzuur, dat de opname van calcium en ijzer belemmert, dus je moet met rabarber niet overdrijven. De groente kan gewrichtsklachten bij mensen die last hebben van artritis en jicht verergeren. Pas op, de bladeren zijn giftig.

 

11. Aromatische kruiden

De lente is ook de start van een nieuw kruidenseizoen. Hoewel groene kruiden tegenwoordig het hele jaar door verkrijgbaar zijn, is dit het ogenblik waar elke kok naar uitkijkt. Nu ontwikkelen basilicum, dragon, peterselie, koriander, dille, munt en nog heel wat andere kruiden hun ware aromatische potentieel. Dat maakt ze uiterst geschikt om te verwerken in frisse combinaties met de primeurs. Wie zelf een moestuin, balkon of zelfs maar een vensterbank bezit, kweekt zijn eigen kruiden. Niets schenkt meer voldoening dan je eigen oogst binnen te halen.