Gevleugelde magie in de bergen van Mexico

 

Bij het woord migratie denken we onmiddellijk aan personen of groepen mensen die zich verplaatsen van de ene plaats naar de andere. Maar dat woord doet ons ook denken aan de migraties van trekvogels, gnoes (Serengeti), rendieren (Alaska en Canada) of walvissen.

Een van de meest indrukwekkende migraties ter wereld kan je beleven in het zuiden van Mexico. Daar overwintert de Monarchvlinder. Deze vlinder is vrij groot met zijn spanwijdte tot 10 cm en een totale lichaamslengte van ongeveer 5 cm.

In de zomer verblijven de monarchvlinders in het noorden van de Verenigde Staten en in het zuiden van Canada rond het Grote Merengebied. En elk jaar, in de herfst, vliegen miljoenen Monarchvlinders van daaruit, naar de bergen in het zuiden van Mexico.

 

De tocht lijkt een estafetteloop

Eens de herfst aankomt, worden de monarchvlinders gealarmeerd door de steeds maar kortere dagen en koudere nachten. Ze proppen zich dan vol met nectar om zoveel mogelijk energie op te doen voor de grote trek naar het zuiden. Gedreven door een buitengewoon instinct zetten ze koers richting Mexico, zonder dat de andere soortgenoten hen de weg wijzen. Tijdens de trek oriënteren ze zich volgens de stand van de zon. Het is een tocht van meer dan 4.000 km. ’s Nachts verzamelen ze in de rustzones, die al decennia lang dezelfde zijn. Onderweg nemen ze af en toe de tijd om van bloem naar bloem te fladderen en zich te goed te doen aan de nectar. Ze moeten namelijk een enorme hoeveelheid energie bijeen zien te sprokkelen, niet alleen om te vliegen, maar ook om te overwinteren.

In januari/februari, na een tocht van ongeveer twee maanden bereiken de monarchvlinders de dennen- en sparrenwouden van Michoacán (Zuid-Mexico). Hier verzamelen ze in reusachtige groepen. Sommige groepen kunnen meer dan 20 miljoen exemplaren bevatten. De volwassen monarchvlinder leeft ongeveer twee tot vijf weken, de wintergeneratie kan echter een leeftijd van wel acht tot negen maanden bereiken.

De paringsdans, begin maart is een feeëriek spektakel dat maar een paar dagen duurt. Miljoenen vlinders slaan hun vleugels uit en dwarrelen verliefd om elkaar heen in het woud. Een bontgekleurd vlindertapijt bedekt de bodem en uitgeputte vlinders strijken spontaan op het hoofd van de toeristen neer, die met verstomming zijn geslagen door dit uitzonderlijke schouwspel. De mannetjes vlinders sterven ter plekke, uitgeput door de taak die ze net hebben volbracht. De vrouwtjes gaan opnieuw op pad, ook zij sterven tijdens hun tocht, maar pas nadat ze eitjes hebben gelegd.

Diep in de bergen van Michoacán spatten donkere trossen, in de lucht uiteen tot duizenden monarchvlinders. Ze fladderen tussen de sparren en dansen in het licht.

Wanneer de temperatuur begint te stijgen, zoeken de vlinders de koelte en vochtigheid op, lager in de bergen. De zwart-oranje vlinders vliegen naar het noorden van Mexico, waar ze ook hun eieren leggen en sterven. De volgende generatie vliegt dan verder naar de Verenigde Staten.

Ook tijdens de trek zetten de vrouwtjes eitjes af en ontwikkelt zich een tweede generatie die verder noordwaarts vliegt. Dit proces herhaalt zich vervolgens een aantal keer. De vlinders volgen hierbij de zich noordwaarts verplaatsende groei van de plantensoorten die als voedsel voor de larven dienen. De rupsen kunnen zich namelijk enkel ontwikkelen op geschikte waardplanten.

Monarchvlinders doen er dus enkele generaties over om van Mexico naar de VS te vliegen. Vaak is het de derde, soms zelfs de vierde generatie die opnieuw Canada bereikt. Eén enkele generatie brengt haar hele leven in de noordelijke contreien door. En het is de laatste generatie van de cyclus, de vlinder die in augustus geboren worden, die opnieuw koers zetten naar Mexico.

De jaarlijkse migratie van de monarchvlinders behoort tot de grootste natuurfenomenen op aarde. Ze zijn niet de enige migrerende soort, maar spannen wat betreft de afgelegde afstanden (4000–4500 km) de kroon.

De afgelopen jaren hebben de dieren het moeilijk gehad. In de jaren 2013 en 2014 zagen wetenschappers erg weinig monarchvlinders terugkeren naar Mexico. De populatie herstelt zich momenteel weer. De vlinders komen op hun tocht diverse problemen tegen. Ze leden onder voedseltekort in de VS, houtkap in Mexico en de klimaatverandering. Ter bescherming van de diersoort werken de VS, Canada en Mexico nauw samen.

 

Monarchvlinderreservaat

Vijf monarchkolonies bevinden zich in Michoacan, slechts twee zijn open voor het publiek: het Monarch Butterfly Biosphere Reserve in Angangueo en El Rosario in Ocampo (dit is de bekendste plek om de monarchvlinders in Mexico te zien). Beide reservaten zijn open van november tot maart. Er worden begeleide rondleidingen aangeboden en in februari vindt in Anganueo het jaarlijkse vlinderfestival plaats.

Alles begon in Angangueo, een voormalig mijnstadje op 3.000 m hoogte in de Sierra Madre. Goud- en zilverzoekers ontdekten eind 18de eeuw hier goudaders. Vooral Spanjaarden, maar ook Fransen en Amerikanen gingen in Angangueo aan de slag; ze groeven tunnels en brachten tientallen wagons met stenen naar de oppervlakte. Tot in de vorige eeuw een twintigtal mijnwerkers het leven liet bij een explosie. De tunnels gingen dicht en het stadje dommelde in.

Begin vorige eeuw ontdekten jagers dat tientallen miljoenen monarchvlinders overwinteren, in de oyamel naaldwouden die tegen de hoge bergtoppen opklimmen. Meer was er niet nodig om tal van wetenschappers naar het gebied te lokken. Allemaal waren ze onder de indruk van deze fantastische trekvlinder die de circa 4.000 km van Canada naar Mexico aflegt. De Mexicaanse overheid was zich bewust van de uitzonderlijke ecologische waarde van dit overwinteringsgebied. In 1986 richtte ze een biosfeer-reservaat op voor de monarchvlinder, dat sinds 2008 ook op de Unesco Werelderfgoedlijst staat.

Wetenschappers en nieuwsgierige toeristen verklaarden het stadje tot een ideale uitvalbasis om de Butterfly Sanctuaries te bezoeken. Op de muren van een steegje herinneren fresco’s evenwel nog altijd aan het mijnverleden van Angangueo. De kleine toeristische dienst tegenover de kerk in Angangueo organiseert excursies naar de twee sites die toegankelijk zijn voor bezoekers. Angangueo zelf ligt op 3000m hoogte, maar voor het Butterfly Sanctuary moet je nog hoger, tot op 3.500 m. Wie de lastige klim liever niet te voet aanvangt, om het vlinderschouwspel te aanschouwen, kan de tocht te paard doen.

De beste periode om de vlinders te bewonderen is van januari tot half maart. Om die site te mogen bezoeken moet je 35 pesos (ong. 2 euro) betalen. Je krijgt dan een gids toegewezen die je tot diep in het woud brengt, naar de plaats waar deze prachtige gevleugelde insecten zich ophouden. Verwacht niet te veel van je gids, de meesten weten maar weinig van de monarchvlinders af. Gelukkig staan er langs het pad interessante infoborden.

Het pad is steil en met stenen bezaaid. De hoogte beneemt de dagjesmensen de adem. Reken op een klim van bijna twee uur in het koele lommer van het woud. Loofbomen gaan stilaan over in oyamels, zoals de heilige zilversparren hier worden genoemd. Het is de specifieke geur van de sparrennaalden die de vlinders aantrekt. Een enkele vogel verstoort de stilte. Wanneer de gids naar een nóg donkerder geheel van gigantische sparren wijst, weet men eerst niet goed waar je moet kijken. Je zoekt houvast aan het struikgewas en stapt nog dieper het woud in, tot waar de zon niet kan doordringen. Kijk je dan naar de boomkruinen, dan ontdek je massa’s vlinders die in een wirwar van vleugeltjes en lijfjes in trossen samenklitten, wellicht om beter tegen de wind en de koude opgewassen te zijn. De dichte oranjeachtige zwermen halen een diameter van wel 50 cm en hangen zachtjes te wiegen in de bries. Elders zijn de boomstammen bedekt met een dikke mantel vlinders.

Het is wachten tot de zon hoog aan de hemel staat voor de vlinders uit hun lethargie ontwaken en haastig op zoek gaan naar een beetje vocht om hun dorst te lessen. Eten doen de monarchvlinders tijdens hun winterslaap niet, maar om te overleven moeten ze wel geregeld drinken. Er liggen ook honderden vlinders op de grond. De scherpe kou is hen fataal geworden of het zijn mannetjesvlinders die liggen te sterven omdat ze zich van hun voorplantingstaak hebben volbracht.

(Angangueo ligt op amper 200 km van de hoofdstad Mexico-stad.)

Wil je deze vliegende wondertjes zien in de zomer?  Dan reis je best naar het Canadese platteland of in de Amerikaanse Midwest. De fraaie vlinders – oranjerood met zwarte stippen – fladderen  dan zorgeloos van bloem naar bloem. Toch is hen geen lang leven beschoren: hooguit vier weken. Maar één generatie, die van eind augustus, die heel toepasselijk de Methuselah Generation wordt genoemd, lijkt genetisch geprogrammeerd om bijna zeven maanden te overleven.