Ik was gevangene in Guantànamo
Ahmed Errachidi ‘leefde’ 5 jaar in een hel.
Ter inleiding van dit artikel :
Op onze reis door Cuba – en vooral bij de reis in het Zuiden – reden we door de ‘Provincie Guantánamo’. Maar bij het horen van de naam ‘Guantánamo’ denken we aan het interneringskamp van de Amerikanen. In een stadje ongeveer 20 km ten zuiden van de hoofdstad Guantánamo staat één van de torens die uitkijken op het beruchte gevangenenkamp.
Het grondgebied van de omstreden gevangenis behoort formeel tot Cuba, maar de Verenigde Staten hebben het in concessie.
Onze bus rijdt niet langs de marinebasis. Er is strenge controle, de bus mag niet dichtbij komen en er mogen ‘zeker’ geen foto’s genomen worden! Wil je meer lezen over onze reis daar …
http://cuba--parel-van-de-caraaaben.plazilla.com/van-santiago-de-cuba-naar-baracoa
Ahmed Errachidi was kok in Londen. Hij werd vijf jaar lang vastgehouden in Guantánamo, zonder aanklacht of proces. De ‘generaal’ schreef een boek over zijn absurde gevangenschap : The General : the ordinary man who challenged Guantánamo.
http://www.amazon.com/The-General-Ordinary-Challenged-Guantanamo/dp/0701187220
‘Eerst binden ze je met handen en voeten stevig vast. Dan zetten ze je hoofd klem, schuiven een gummislang door je neus naar binnen en pompen een voedzame brij in je maag. Als ze de slang weer uit je neus trekken, spuit het bloed eruit.
Ook daaraan herken je hongerstakers in Guantánamo’, zegt Ahmed Errachidi , ‘aan hun bloedende neus’.
http://nieuws.marokko.nl/27991/rechter-dwangvoeding-guantanamo-gaat-door/
In het voorjaar kwam Guantánamo weer in het nieuws.
Worldnews : Ahmed Errachidi's unlikely voyage from London cook to Guantánamo Bay.
Ahmed Errachidi was not a terrorist, just a man trying to support his family, but he spent more than five years in Guantánamo Bay, organised protests and earned the nickname 'The General' – maart 2013.
Meer dan honderd gevangenen begonnen weer met een hongerstaking, na jaren van gevangenschap zonder dat er nog maar een aanklacht tegen hen werd geformuleerd. President Obama verklaarde begin mei opnieuw dat het kamp in de Amerikaanse basis op Cuba moet gesloten worden. Het was jaren geleden zelfs een programmapunt in zijn eerste presidentscampagne. Laat ons hopen dat de sluiting ooit waarheid wordt.
Ahmed Errachidi zal het maar geloven als het echt zover is. Hij is nu pas 47 jaar en runt een restaurant in zijn geboorteland Marokko. Hij zou van zijn vrijheid kunnen genieten, maar Guantánamo vreet aan hem. Ook daarom schreef hij zijn boek, als een vorm van therapie. Het gaat over momenten van vernedering, over tranen en natgeplaste broeken, over de capitulatie voor een systeem. Errachidi was ook niet de meest gemakkelijke gevangene. Al voor zijn gevangenschap had hij last van depressies. Dokters stelden bij hem een bipolaire stoornis vast. Dat verklaart ook waarom hij zo hard werd aangepakt, volgens zijn voormalige advocaat Clive Stafford Smith. Errachidi weigerde elke medewerking en dat werd uitgelegd als een bewijs van schuld. Bovendien vertelde hij zijn ondervragers op verwarde momenten de meest gekke verhalen. Dat Osama Bin Laden voor hem had gewerkt, bijvoorbeeld. De Amerikanen waren ervan overtuigd dat ze te maken hadden met een terrorist. De kampcommandant omschreef Errachidi in 2004 in een rapport nog als een ‘vijandige strijder’, die banden had met extremisten in Noord-Afrika en met Al-Qaeda. Bewijzen waren er niet en het zou, volgens zijn advocaat, vrij eenvoudig zijn geweest om erachter te komen dat zijn cliënt onschuldig was. Er kon met loonuittreksels gemakkelijk aangetoond worden dat hij gewoon in Londen aan het werk was op het moment dat hij volgens de Amerikanen in een of ander kamp een terroristenopleiding kreeg.
Vóór de gevangenneming
Ahmed Errachidi groeide op in de Marokkaanse havenstad Tanger. Al op z’n 18de trok hij een eerste keer naar Londen om er geld te verdienen. Hij ging er in de horeca aan de slag en werkte zich op van afwasser tot tweede keukenchef. In zijn boek schrijft hij dat de klanten tevreden waren : ‘hun borden kwamen altijd leeg naar de keuken terug’.
Hij vond thuis, in Marokko, een vrouw, trouwde en kreeg twee zonen. Zijn problemen begonnen toen zijn jongste zoon hartklachten kreeg. Errachidi wou terug naar Marokko om bij zijn familie te zijn. Hij hoorde van bekenden dat het in Pakistan mogelijk is om goedkoop zilveren sieraden te kopen. Zijn plan was om, in Marokko een winkel over te nemen en daar een handel te beginnen in Pakistaans zilver.
In september 2001 landde Errachidi in de Pakistaanse hoofdstad Islamabad. Daar zag hij op televisie beelden van lijdende kinderen in Afghanistan, kinderen niet ouder dan zijn eigen zonen. Hij vergat het zilver en deed iets wat, achteraf beschouwd, onwaarschijnlijk dom was. Hij nam een taxi naar Afghanistan, op het moment dat George W. Bush in oktober 2001 zijn ‘war on terror’ aanvatte. Hij hoorde bommen vallen, zag verhakkelde lijken en hielp waar het kon. Drie weken later viel hij in de handen van de Pakistaanse grenspolitie, die hem in ruil voor een fikse premie aan de Amerikanen verkocht.
Errachidi weet niet meer hoe vaak hem is gevraagd … of hij van tevoren op de hoogte was van de aanslagen van 11 september 2001 - of hij lid was van Al-Quaeda - of hij Osama Bin laden kende. In het vliegtuig naar Guantanamo siste een bewaker hem toe: ‘Van nu af aan beslissen wij wanneer je slaapt, drinkt of schijt, tot je geen leven meer hebt.’
Hij hoopte eerst nog dat het misverstand snel zou opgehelderd worden. Toen dat niet het geval was, begon hij zich te verzetten. Het bracht hem vaker dan hem lief was in een cel voor eenzame opsluiting. Maar hij sprak ook Engels en Arabisch en wierp zich op als een spreekbuis van de gevangenen tegenover het gevangenispersoneel. Hij kon eisen stellen omdat de gevangenen hem volgden. Hij kon ze aanzetten tot verzet, maar hij kon ook rust brengen in een hele afdeling. ‘De soldaten beschouwden mij als een charismatische leider van Al-Qaeda, terwijl ik alleen de kunst verstond om door de andere gevangenen te worden gerespecteerd.’
Gebroken vingers
Errachidi werd als gevolg daarvan ‘de generaal’ genoemd. Hij kreeg van de kampcommandant gedaan dat de gevangenen langer in de buitenlucht mochten blijven en dat het licht in de cellen ’s nachts werd gedimd. Bovendien werden de soldaten verplicht om een nummer op hun uniform te dragen, zodat ze gemakkelijker konden worden geïdentificeerd.
Hij beleefde Guantánamo als een toestand tussen leven en dood. Als een verblijf in het voorgeborchte van de hel. Vaak zat hij maandenlang alleen in een cel. Zijn geest klampte zich dan vast aan kleine sporen van leven, zoals een mier op de grond of een spleetje in het venster van melkglas.
‘Ze gebruikten verschillende manieren om te proberen je verzet te breken’, schrijft hij. Soms drukten de bewakers de gevangenen op een bepaald punt achter de oren. Soms sloegen ze hen met het hoofd tegen de grond of bogen ze hun vingers naar achteren tot ze braken. Regelmatig bestormden soldaten de cellen, spoten met pepperspray en sloegen de gevangenen in elkaar. Die acties werden altijd door een soldaat gefilmd, ‘zogezegd voor de veiligheid van de gevangene zelf’.
Drie jaar na zijn aankomst in Guantánamo zag Errachidi voor het eerst een advocaat. Het duurde dan nog meer dan twee jaar voor hij werd vrijgelaten, in 2007. Via e-mail heeft Errachidi nog altijd contact met voormalige medegevangenen uit Marokko, Syrië, Turkmenistan en het Verenigd Koninkrijk. In zijn restaurant in Tanger laat hij zich niet vaak meer zien. 'Sinds Guatánamo', zegt hij, 'heeft alles dezelfde flauwe smaak'.
Een deel van de tekst komt uit ‘der Spiegel’ – Knack mei 2013
Wil je meer weten over de hongerstaking, voorjaar 2013 ...
In ‘BayView’ – National Black Newspaper – 17 augustus 2013 staat een interview met de journalist 'Adam Hudson'
http://sfbayview.com/2013/guantanamo-bay-is-hell-on-earth-an-interview-wit-journalist-adam-hudson/
Volgend deel : Grote en kleine ergernissen bij je partner
Maak jouw eigen website met JouwWeb