Zien je kamerplanten er zielig uit?
Optimaal genieten van kamerplanten.
Geen enkel kamerplant is voor de eeuwigheid bestemd. Maar als je weet hoe je ze optimaal moet verzorgen, kun je er veel langer van genieten. Elke plant is verschillend: de ene is gesteld op veel licht, terwijl een andere plant liever op een schaduwrijk plekje in huis.
Eerste hulp bij plantproblemen!
1. VALLENDE BLADEREN?
Geef veel minder water! Teveel water is killing voor een plant.
We willen allemaal het beste voor onze planten. Maar soms is TE veel gewoon TE veel. Een van de meest voorkomende fouten is je plant te vaak water geven. Het is een fabel als men zegt dat iedere plant één keer per week water nodig heeft, want zoals eerder gezegd verschilt dit per plant. Als de bladeren geel worden en slap hangen, en daarna ook nog afvallen (ook het nieuwe blad), dan is je plant verdronken. Giet eerst zo snel mogelijk eventueel overtollig water uit de sierpot. Daarna is het afwachten: misschien reageert je plant nog goed op een droogtekuur, misschien was het net te laat.
Een goede tip om onnodig water niet door de plant te laten opnemen is; absorberende korrels of potscherven onder in de plantenpot leggen. Zij nemen het onnodige water op, die de plant anders teveel zou hebben. Onthou dat te weinig water geven vaak beter is dan te veel!
En als je weet dat je echt slecht bent in het water geven van je planten, kun je het beste leerachtige planten nemen die het goed doen met weinig water (vetplanten, cactussen ..)
2. VERDROOGDE BLADEREN?
Water geven.
Heeft je plant bruine bladpunten, bladeren die verdrogen, verschrompelen en uiteindelijk afvallen: dat wijst allemaal op droogtestress. Grijp snel in en geef je plant een deugddoend badje. Zet ze met binnenpot en al in een teil met lauw water, duw de potkluit onder en hou ze zo enkele minuten vast. Laat de plant een uurtje of twee staan zodat de wortels zich helemaal vol water kunnen zuigen. Laat ze goed uitlekken voor je ze weer in de sierpot zet.
3. BRUINE BLADPUNTJES?
Je plant wil licht
Een gebrek aan licht is een probleem dat zich vaak in de winter voordoet. Heeft je plant ook al flink wat bladeren laten vallen, knip de kale takken dan weg en verhuis ze naar een lichte plek. Zij hebben voldoende licht nodig, maar hou ze wel uit de volle zon: er zijn maar weinig planten die dat verdragen.
Tip: om een plant wat meer licht te gunnen, kun je ze voor een spiegel zetten die het licht weerkaatst. Zo lijkt het groen ook nog weelderiger.
Planten met een bont blad (gestreept, gevlekt) zoeken meer licht dan groene planten. Groene planten kunnen over het algemeen goed tegen donkere plekken in huis
4. GAATJES IN DE BLADEREN?
Bescherm je plant tegen zonlicht
Bladeren die geel of bruin worden, of waarin gaatjes zitten, kunnen erop wijzen dat de plant te bruusk aan te veel (zon)licht werd blootgesteld. Voor de meeste kamerplanten is directe zon in de zomermaanden geen goed idee. In de winter kunnen planten er, net als wij mensen, wel van genieten. Een plek bij een venster op het oosten of het westen is ideaal. Let er ook op dat de planten niet te dicht bij de verwarming en tegen het raam staan om zo verbranding of bevriezing van de bladeren te voorkomen.
Extra tip: Cactussen en vetplanten zijn wél tegen de zon opgewassen.
5. GELE BLADRANDJES?
Vochtigere lucht graag
Veel van onze kamerplanten zijn afkomstig van gebieden met een vochtig warmte. Geen wonder dat ze in een verwarmde woonkamer met de daarbij horende droge lucht soms wegkwijnen. Grijp in voor dat het zichtbaar wordt en besproei de bladeren geregeld met een plantenspuit. Of zet de plant op een eilandje bv. op een omgekeerd schoteltje in een schaal met water of in een schotel met kiezels en water. Op die manier creëer je een microklimaatje voor je kamerplant.
6. ALGEMENE MALAISE?
Nieuwe potgrond doet goed
Is je plant stilletjes aan het wegkwijnen zonder aanwijsbare reden? Bekijk dan de potgrond. Blijft het gietwater staan of loopt het er gewoon doorheen? Als het er zomaar door loopt, dan is de potgrond uitgeput: alle goede stoffen zijn opgebruikt, alleen de slechte stoffen blijven. Planten hebben net als mensen behoefte aan voedingsstoffen. In het geval van kamerplanten zijn dit natuurlijke mineralen en zouten, die zij halen uit de aarde waarin zij gepot zitten.
Geef je plant een grotere pot en nieuwe potgrond, bij voorkeur in het vroege voorjaar. Haal ze voorzichtig uit de pot, schud zo veel mogelijk aarde weg van tussen de wortels. Zet de plant op een laag verse potgrond in haar nieuwe pot, vul bij en druk goed aan. Geef meteen water. Let erop dat het soort aarde geschikt is voor de plant (dat kan je lezen op de verpakking van de potaarde). Geschikte kandidaten zijn planten die uit hun pot dreigen te groeien en planten die er slap bij hangen. Jonge, snelle groeiers moeten elk voorjaar van pot wisselen. Langzamere soorten verpot je om de 2 à 3 jaar.
Cactussen, orchideeën, palmen en varens hebben zo hun eigen wensen: daarvoor is speciale potgrond te verkrijgen.
7. GEEN GROEI OF GEEN BLOEI?
Voeding alsjeblieft!
Goede grond is letterlijk de basis, maar lijkt je plant maar niet te willen groeien, blijft ook de bloei achterwege en ziet ze er gewoon niet goed uit, dan zit ze waarschijnlijk al een tijdje op haar honger. In verse potgrond zit voeding voor twee maanden maar een plant in de groei kan best wat extra voeding gebruiken.
Die kun je op verschillende manieren geven: kamerplantenvoeding, vloeibaar toegevoegd aan het gietwater, mesttabletjes: in staafjes, korrels …
Wat je ook kiest, respecteer altijd de op de verpakking aangegeven dosering. Een overvoede plant gaat er helemaal onderdoor! Respecteer ook de jaarlijkse rustperiode van een plant: voor bladplanten is dat meestal de winter, voor bloeiende planten na de bloei. Geef dan minder water en helemaal geen voeding.
Extra tip: voor bonsais, cactussen, vetplanten en orchideeën is er special meststof te koop.
8. PLANT IN QUARANTAINE?
Veel fouten bij het verzorgen van kamerplanten wijzen zichzelf uit. Maar soms zal je de ene oorzaak na de andere moeten elimineren. Zolang de plant niet door schimmels of beestjes is aangetast, kun je ze gewoon laten staan. In het andere geval kun je ze maar beter isoleren.
9. KEN JE PLANT
- Naaldvormig blad: verdraagt wat meer zon
- Dun en zacht blad zoals bij varens: verlangt halfschaduw en ene hoge luchtvochtigheid
- Leerachtig blad: verdraagt wat drogere lucht
- Heel groot, zacht blad (kamerlinde): veel water, warme plek uit het directe zonlicht
- Vlezig, dik blad: weinig gieten, warme en zonnige plek
- Behaard blad: warme, zonnige plek
Nog wat tips:
- Het is aan te raden om uitgebloeide bloemen te verwijderen.
- Draai bloeiende planten zo weinig mogelijk
- Kamerplanten gedijen goed in temperaturen van 15-25 graden.
- Zoek een goede standplaats, de meeste kamerplanten houden niet van tocht.
Maak jouw eigen website met JouwWeb