Zeeuwse Zilte Zaligheden

De zee … je kan ze horen, zien, voelen, ruiken en proeven …

Het ruisen van de zee, golven die af en aan rollen, meeuwen die schreeuwen, de ruisende wind in het helmgras … het zijn unieke geluiden die je alleen aan zee hoort.

De eindeloze wateroppervlakte, zachte kleuren en groene plekjes in de duinen … mooi om te zien.

Het is een aangenaam gevoel als je met blote voeten door het zand loopt. Een wandeling in het water is héél verkwikkend. De zeebries op je huid is een heerlijk intens gevoel, heerlijk uitwaaien.

'Ik ruik de zee al', dat zeiden we vroeger als we aan zee kwamen en ja, het zoute zeewater heeft een specifieke geur. Het herinnert aan heerlijke vakanties en pure ontspanning. De gezonde zeelucht moet je gewoon ruiken en inademen.

De smaken van de zee, verse vis, lekkere schelp-en schaaldieren en natuurlijk de groenten van de zee niet te vergeten. Ze weten onze smaakzin te strelen.

De zilte lucht inademen doet me verlangen naar eten uit de zee, naar zilte zaligheden.

"Wist je trouwens dat die geur veroorzaakt wordt door een piepklein organisme in het water? Het is fytoplankton, dat een bepaalde stof uitscheidt en dat dan door bacteriën opgegeten wordt. Deze sch eiden op hun beurt ook weer een product uit dat gekend is als DMS. En het is dat DMS die we ruiken. Trouwens, onderzoek toont ook aan dat we dankzij de zeelucht ook nog meer kunnen genieten van lekker eten.  Komt uit : http://www.faqt.nl/recent/geur-van-de-zee-maakt-eten-lekkerder/ "

Zilte zaligheden, het doet me denken aan Zeeland. Hier komen de lekkernijen bijna rechtstreeks uit zee, op je bord. Verser kan het niet!

Van al die Zeeuwse zilte zaligheden is de mossel toch wel het meest beroemd. Het vissen van mosselen vindt al ruim 150 jaar plaats in de Nederlandse wateren. De twee kweekgebieden zijn de Oosterschelde en de Waddenzee, samen ongeveer 6.000 hectare groot. Ook mosselen uit de Waddenzee worden uiteindelijk aangeduid als mosselen uit Zeeland. Dit komt omdat de Wadden-mosselen niet in de Waddenzee, maar in de Oosterschelde worden schoongespoeld. Er zijn hang- en bodemcultuur mosselen. Behalve de manier van kweken en de grootte zit er geen verschil in. Ze smaken allemaal prima.

Het begin van het mosselseizoen hangt af van de groei en de conditie van de mossel (juni-juli). Ik leerde vroeger altijd dat je best mosselen eet in de maanden met een 'R' erin. Maar eigenlijk loopt het mosselseizoen vanaf juli tot en met april in het jaar erop. Mosselen eten als de 'R' in het seizoen is (zomer, herfst, winter) zou dus beter passen.

Voor wie houdt van oesters heeft Zeeland ook een reputatie hoog te houden. Er is keuze uit twee soorten: de Zeeuwse creuse (Japanse oester) en de Zeeuwse platte oester, die schaars is en uniek van smaak. De oester is het best op smaak in de periode van oktober tot en met maart.

De platte oesters zijn volgens velen de lekkerste en komen uit het Grevelingenmeer. Ze worden opgevist van september tot en met mei en zijn dan 3 à 4 jaar oud. Ze worden dan opgeslagen in oesterputten. In het Zeeuwse vissersdorp Yerseke kan je de oesterputten bezoeken.

Een schaaldier waar Zeeland echt om bekend staat is de Oosterscheldekreeft. Deze kreeften hebben vrijwel geen uitwisseling met kreeften uit andere wateren. Daardoor hebben ze een uniek DNA en is hun smaak anders, zachter dan de gemiddelde Europese kreeft.

De periode waarin op de kreeft gevist wordt is beperkt. Liefhebbers wachten vol ongeduld op de start van het Oosterscheldekreeftseizoen. Elk jaar heeft een groots evenement plaats: de eerste Oosterscheldekreeft mag op de laatste dag van maart gevangen worden en het kreeftenseizoen loopt tot 15 juli. Daarna is de Oosterscheldekreeft verkrijgbaar zolang de geviste voorraad strekt.

Het kreeftenvlees is ziltig zoet en heeft een verleidelijke, fijne en zachte smaak. Oosterscheldekreeft is verwant aan de Noorse en Bretoense kreeften, is blauwachtig van kleur en is volgens kenners subtieler van smaak dan de Canadese exemplaren.

Op de slikken en schorren van Zeeland vind je ook oantjes of oentjes (kokkels). Het schelpdier leeft in zand dat niet te fijn of te modderig is en wordt in Zeeland met de hand geraapt. In de Ooster- en Westerschelde wordt het schelpdier ook mechanisch gevangen. Maar omdat het een belangrijke voedselbron voor vogels is, zijn er afspraken over de hoeveelheid die geraapt mag worden.

EN ... behalve zeevruchten als de mossel, de oester en kreeft, zijn er ook zeegroenten. Op de grens tussen land en water groeit zeekraal en lamsoor. Vroeger was dit voedsel voor arme lui, nu een ware delicatesse.

De zilte groenten in Zeeland komen van de slikken en schorren. Lamsoor (of zeeaster)  groeit op de hoger gelegen schorren. Lamsoor lijkt met zijn langwerpige bladeren qua vorm op veldsla. De structuur is stevig, maar niet taai. De plant moet jong geplukt worden. Het wordt van half maart tot eind juli geoogst.

De plant die vaak als eerste kale slikken koloniseert is zeekraal. Het ziet eruit als een soort cactus zonder stekels. Zeekraal neemt actief zout op waardoor het zijn typische zilte smaak krijgt. Zeekraal heeft alleen wel zoet regenwater nodig om te ontkiemen. Veel regen in het vroege voorjaar, betekent een goede oogst vanaf half mei tot half september.

En er zijn nog meer 'groenten uit de zee'. Heb je ooit strandbiet, zeekool, zoutmelde, wakamé, draadwier, lepelblad, zeevenkel geproefd?

 

Wij houden erg veel van lekkers uit de zee en kiezen daar gegarandeerd voor als we in Frankrijk zijn. Daar zijn schelp-en schaaldieren superlekker.

Maar het is ook waar dat geen enkele provincie in Nederland, zoveel lekkers heeft als Zeeland. Héél veel Belgen komen de grens over en genieten van 'wat de zee biedt'. Het wordt dus tijd om een Zeeuws restaurant te bezoeken. Zeeland kent een groot aantal visrestaurants waar de Zeeuwse chefs werken met lokale producten. Dat doen ze goed, want vooral in Zeeuws-Vlaanderen, zijn veel restaurants met één of meerdere Michelinsterren. Voor culinaire hoogstandjes zit je in Zeeland dus goed.

Maak jouw eigen website met JouwWeb