Medische onderzoeken - deel 1
Een onderzoek dat we niet kennen, boezemt angst in!
Angst voor een onderzoek?
Daardoor zijn we nog meer gespannen, verlaagt onze pijndrempel en wordt een pijnloos onderzoek een onaangename ervaring
Wat houden de onderzoeken in, hoe verlopen ze en hebben we reden om bang te zijn?
1. SPIROMETRIE
Wat is het?
Spirometrie is een eenvoudige, pijnloze en zeer betrouwbare techniek om de longfunctie of longcapaciteit te meten en in beeld te brengen.
Waartoe dient het?
Hiermee kan de arts zien of iemand aan een longaandoening lijdt.
Zijn er voorbereidingen nodig?
In de uren voor het onderzoek mag de patiënt geen zware maaltijd nemen, best ook geen zware inspanningen doen. Geneesmiddelen voor de longen, zoals inhaleerders en verstuivers mogen vlak voor de test niet gebruikt worden!
Hoe verloopt het?
Een spirometrie gebeurt met een spirometer. Dit is een slangetje in rubber of karton waarin de patiënt moet blazen.
Tijdens de test zit de patiënt op een stoel en heeft hij het mondstuk van het slangetje in de mond. Dat is verbonden met een meetapparaat. Een klemmetje op de neus zorgt ervoor dat de patiënt niet uitademt via de neus.
Het meetapparaat registreert hoeveel lucht de patiënt maximaal kan in- en uitademen.
Deze metingen gebeuren in meerdere keren. In totaal duurt het onderzoek ongeveer 15 minuten. Een spirometrie is volledig pijnloos!
Zijn er contra-indicaties?
Het is een heel veilige test.
Bij fel uitademen verhoogt wel de druk in de buikholte, het hoofd en de ogen.
Daarom is het best de arts te verwittigen als de patiënt kort geleden een buikoperatie had, of een operatie aan de ogen of indien hij lijdt aan een ernstige ziekte van de kransslagaders! Ook verwittigen als de patiënt recent een hartinfarct, beroerte of een klaplong heeft doorgemaakt.
Belang van spirometrie
Iedereen is het erover eens dat een geregelde controle van de bloeddruk en van het suikergehalte belangrijk is om hypertensie en diabetes op te sporen en patiënten op te volgen.
Om dezelfde reden zou spirometrie een routine-test moeten worden voor de opsporing en opvolging van mensen met chronische longaandoeningen.
Spirometrie maakt het immers mogelijk om:
- longaandoeningen in een vroeg stadium op te sporen
- een correcte diagnose te stellen
- de patiënt goed op te volgen
2. GASTROSCOPIE
Wat is het?
Een gastroscopie is de gevoeligste methode om ziektes van de slokdarm, maag, twaalfvingeren- en dunne darm op te sporen. Het bestaat uit het bekijken van de binnenzijde van deze organen. Gastroscopie gebeurt door middel van een flexibele slang met een kleine camera en een lichtbron (de endoscoop).
Waartoe dient het?
Via dit onderzoek gaat de arts op zoek naar geïrriteerde zones, zweren, ontstekingen en abnormale weefselgroei (poliepen, tumoren …)
Een gastroscopie kan voor verschillende redenen aangevraagd worden : voortdurende misselijkheid, braken, blijvende zuurbrand, indigestie, pijn in buik of borst …
Zijn er voorbereidingen nodig?
De patiënt moet nuchter zijn. Daarom zal de arts vragen om de dag voor het onderzoek, vanaf 22 uur niets meer te eten. Drinken kan nog tot middernacht.
Eventuele tandprotheses moeten verwijderd worden.
Hoe verloopt het?
Vooraleer te beginnen wordt de achterzijde van de mond en de keel verdoofd met een spray. De patiënt ligt op de linkerzijde en krijgt een mondstuk tussen de tanden. De arts brengt de gastroscoop via de mond en keel tot in de maag.
De patiënt moet gewoon rustig in- en uitademen. Het onderzoek duurt dan nog 5 tot 15 minuten. Het is in principe pijnloos (door die verdovende spray)
Tijdens het onderzoek kan de arts, indien hij het nodig acht, een stukje weefsel wegnemen voor verder onderzoek, een bloeding stelpen of poliepen verwijderen.
Zijn er contra-indicaties?
Er zijn absoluut geen contra-indicaties maar de arts moet wel op de hoogte zijn van gezondheidsproblemen zoals hart- , long- en nierproblemen, hartkunstkleppen, zwangerschap of gebruik van bloedverdunnende medicatie.
Letsels kunnen veroorzaakt worden bij het wegnemen van grotere stukken weefsel. Lokale en algemene verdoving kunnen soms aanleiding geven tot verslikken of overlopen van maaginhoud in de luchtwegen.
Is er nazorg?
De patiënt blijft eventjes in het ziekenhuis tot de verdoving volledig uitgewerkt is. Het besturen van voertuigen of bedienen van machines is gedurende de eerste 24 uur verboden, omdat de reflexen en beoordelingsvermogen verminderd zijn.
3. COLOSCOPIE
Wat is het?
Met coloscopie onderzoekt de arts de binnenbekleding van de dikke darm. Via de anus kan de dikke darm en de endeldarm geïnspecteerd worden. Een endoscoop heeft een diameter van 6 tot 12 mm, een lengte van 30 tot 150 cm.
Waartoe dient het?
Evenals bij gastroscopie gaat de arts op zoek naar geïrriteerde zones, zweren, ontstekingen en abnormale weefselgroei (poliepen, tumoren ..)
Een coloscopie wordt onder meer gedaan bij aanhoudende buikpijn, wijzigingen of bloed in de stoelgang.
Zijn er voorbereidingen nodig?
De patiënt mag vóór het onderzoek niet eten. Voor een coloscopie moet de dikke darm leeg en proper zijn. Deze voorbereiding verschilt van ziekenhuis tot ziekenhuis, meestal wordt gebruik gemaakt van een oplossing (laxeerdrank) waardoor de darmen ‘schoongespoeld’ worden.
Vlak voor de aanvang van het onderzoek wordt een infuus in de arm geplaatst met een medicatie die ervoor zorgt dat het bewustzijn van de patiënt verlaagt. Omdat het onderzoek over het algemeen als onplezierig wordt ervaren, krijgt de patiënt vooraf een kalmeermiddel of pijnstiller.
Het is aangeraden om drie dagen voor het onderzoek geen voedsel met pitjes of vezelrijk brood meer te eten.
Hoe verloopt het?
Ook hier ligt de patiënt op de linkerzijde. Via de anus wordt de endoscoop in de dikke darm gebracht tot aan het begin van de dunne darm.
Om duidelijk tussen de darmplooien te kunnen kijken, wordt er tijdens het onderzoek lucht in de darm geblazen en vocht afgezogen.
Gemiddeld duurt het onderzoek 20 tot 30 minuten.
Ook hier kan de arts, indien hij het nodig acht, een stukje weefsel wegnemen voor verder onderzoek, een bloeding stelpen of poliepen verwijderen
Zijn er contra-indicaties?
Idem als gastroscopie
Is er nazorg?
De patiënt blijft , net zoals bij gastroscopie, in het ziekenhuis tot de verdoving volledig uitgewerkt is. Hij mag na het onderzoek niet zelf met de auto rijden.
Sommige patiënten hebben na een coloscopie buikkrampen door de lucht die in de darm werd geblazen. Indien er poliepen werden weggenomen, kan er enig bloedverlies optreden.
4. MAMMOGRAFIE
Wat is het?
Het is een onderzoek dat elke vrouw tweejaarlijks zou moeten doen. De borsten worden op een röntgenplaat gelegd om opnamen te maken. Op die manier kunnen afwijkingen opgespoord worden.
Waartoe dient het?
Door het onderzoek kunnen vroege gevallen van borstkanker opgespoord en behandeld worden. Op die manier kan door een borstbesparende operatie een gezwel of tumor weggenomen worden.
Zijn er voorbereidingen nodig?
Normaal niet, maar het onderzoek wordt best uitgevoerd tijdens de eerste twaalf dagen van de menstruatiecyclus (na de maandstonden en vóór de eisprong). Deze regel vervalt uiteraard vanaf de menopauze.
Hoe verloopt het onderzoek?
De borst wordt op een röntgenplaat gelegd. Goede opnames kunnen enkel bekomen worden door het borstweefsel samen te drukken tegen de röntgenplaat. Onmiddellijk na de opnamen wordt de druk weer weggenomen.
Voor een correcte diagnose zijn opnamen vanuit verschillende richtingen nodig.
Het onderzoek verloopt zeer snel en de stralingsdosis is laag. Het samendrukken van de borsten tijdens de mammografie kan als zeer onaangenaam ervaren worden en is , bij gevoelige borsten, soms pijnlijk.
Zijn er contra-indicaties? Nazorg?
Neen
5. ECHOGRAFIE
Wat is het?
Het is een onderzoek waarbij beelden bekomen worden met geluidsgolven (geen röntgenstralen). De geluidsgolven worden door een sonde in het lichaamsdeel gestuurd en door de weefsels weerkaatst.
Die weerkaatste geluidsgolven (de echo’s) worden door de computer in het echografietoestel tot een beeld verwerkt.
Waartoe dient het?
Met behulp van geluidsgolven worden afbeeldingen gemaakt van bv. de ongeboren baby. Maar niet alleen de gynaecoloog maakt gebruik van deze techniek. Dankzij het echo-apparaat kunnen artsen inwendig naar onze organen kijken, zonder de noodzaak van een operatie, of de risico’s van röntgenstraling.
Tegenwoordig kan men met echografie ook, via een al dan niet bestaande opening, inwendig organen controleren. Dankzij de uitvinding van dit apparaat zijn artsen in staat om naar inwendige organen te kijken zonder dat de patiënt onder het mes moet.
Zijn er voorbereidingen nodig?
Afhankelijk van de lichaamsstreek die onderzocht moet worden, is er soms een specifieke voorbereiding nodig!
- Bij echografie van de organen van de bovenbuik zoals lever, galblaas, pancreas en milt, moet men nuchter zijn.Dat betekent dat je avond voor het onderzoek vanaf 12h s nachts niet meer eten,drinken of roken. Het onderzoek duurt ongeveer 15 à 20 minuten.
- Bij echografie van nieren hoeft u geen voorbereidingen te treffen. Het onderzoek duurt ongeveer 15 minuten.
- Bij echografie van de organen van de onderbuik zoals blaas, baarmoeder en endeldarm: voor het onderzoek van de blaas moet deze zo vol mogelijk zijn op het tijdstip dat het onderzoek begint. Drinkt u ongeveer twee uur voor het onderzoek zes grote glazen vocht (water, koffie, thee, melk, enzovoort). Pas na het onderzoek mag u naar het toilet gaan. Het onderzoek duurt 10 - 15 minuten.
- Bij echografie van de baarmoeder is er geen speciale voorbereiding vereist.
- Bij echografie van schildklier hoeft u geen voorbereidingen te treffen. Het onderzoek duurt ongeveer 15 minuten.
- Bij echografie van bloedvaten en halsvaten hoeft u geen voorbereidingen te treffen. Het onderzoek duurt ongeveer 45 minuten
- bij echografie van spieren, pezen en gewrichten hoeft u geen voorbereidingen te treffen. Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten.
Zorg voor kledij die u gemakkelijk kan aan en uittrekken!
Hoe verloopt het?
Je wordt uit de wachtkamer opgehaald door een verpleegkundige en naar de onderzoekskamer gebracht. U komt op uw rug op een onderzoekstafel te liggen. Een radioloog voert het onderzoek uit.
Je wordt verzocht de te onderzoeken regio bloot te maken .. Om een goed kontakt tussen de sonde en de huid te verzekeren , brengt de arts een contactvloeistof (een soort gel) aan op de huid van het te onderzoeken gebied aan.
De gel zorgt ervoor dat de golven van het ultrageluid goed overgebracht worden van en naar het lichaam. Ultrageluid kan zich namelijk niet verplaatsen door lucht.
De radioloog neemt de echokop (sonde) in de hand en plaatst deze op de ingesmeerde huid. Tegelijk kunnen de gevormde beelden op het beeldscherm bekeken worden.
Om een orgaan goed te kunnen bekijken, moet de arts de kop bewegen en er wordt soms licht geduwd.
Soms wordt er gevraagd diep in te ademen om bepaalde organen beter in beeld te brengen. Probeert u dit zo goed mogelijk te doen, omdat dit voor de kwaliteit van het onderzoek heel belangrijk zijn. Afhankelijk van het te onderzoeken orgaan zal u gevraagd worden te liggen, te zitten of te draaien. Er worden afbeeldingen vastgelegd, die later uitgebreid door de radioloog worden bekeken
Het echografie-onderzoek is niet pijnlijk en is onschadelijk voor de weefsels in het lichaam.
links: echo zwangere vrouw en ongeboren baby / rechts: echo van blaas en nieren
links: echo van schildklier / rechts echo: van de spieren
Zijn er contra indicaties?
Neen
U mag na afloop van het onderzoek naar huis of terug naar de afdeling waar u bent opgenomen. Na het onderzoek mag u weer alles eten en drinken
wanneer krijgt men het resultaat?
De arts die het onderzoek uitvoerde , maakt reeds een eerste interpretatie van de beleden tijdens het onderzoek. Hij zal een verslag sturen naar de arts die het onderzoek aangevraagd heeft.
Alleen die arts kan de resultaten met je bespreken!
6. BRONCHOSCOPIE
Wat is het?
Het is een onderzoek waarbij de arts in de luchtwegen kan kijken.
Waartoe dient het?
De arts gaat met een bronchoscoop, een kijkinstrument, waarmee via een dunne slang en een lens of een kleine videocamera de luchtwegen onderzoeken op onregelmatigheden.
Bovendien kunnen met behulp van dit kijkinstrument kleine stukjes weefsel uit uw luchtwegen worden weggenomen. Ook kan door deze slang slijm of spoelvloeistof worden afgezogen. Het slijm of weefsel wordt naar het laboratorium gestuurd voor verder onderzoek.
Zijn er voorbereidingen nodig?
De patiënt moet voor het onderzoek een lege maag hebben. Dat betekent dat hij vanaf 24.00 uur op de avond voorafgaande aan het onderzoek niet meer mag eten of drinken.
Vlak voor het onderzoek krijgt de patiënt een tabletje, waardoor uw speekselklieren minder gaan werken en men een droge mond krijgt.
De arts geeft ook iets om beter te kunnen ontspannen - men kan er slaperig van worden.
Een kunstgebit moet uitgenomen worden.
De keel en de luchtwegen worden voor het onderzoek verdoofd , om hoestneigingen door het gekriebel van de slang tegen te gaan.
Als de arts via een neusgat de bronchoscoop in de luchtweg brengt, dan worden niet alleen de mond en keelholte maar ook het neusgat verdoofd met een verdovingsvloeistof.
Hoe verloopt het?
Tijdens het onderzoek zit of ligt de patiënt op een onderzoekbed.
De bronchoscoop wordt via een neusgat of via de mond en keelholte ingebracht tot in de luchtpijp. Afhankelijk van de reden van onderzoek en van wat de arts in de luchtweg ziet, wordt slijm of weefsel afgenomen voor onderzoek. Soms is het nodig om de samenstelling van de vloeistof in de longblaasjes te laten onderzoeken. Er wordt dan een spoeling van de kleinere luchtwegen en longblaasjes uitgevoerd.
Hiervoor schuift de arts de bronchoscoop zo ver mogelijk in de luchtweg, waardoor het achterliggend deel afgesloten wordt. Er wordt dan drie maal 60 ml vloeistof in de long gespoten, die daarna weer wordt opgezogen. De gehele hoeveelheid vloeistof, die wordt teruggezogen, wordt naar het laboratorium gestuurd voor onderzoek.
Het onderzoek is weinig belastend en niet pijnlijk. Het duurt ongeveer 10 tot 30 minuten.
Zijn er contra-indicaties?
Het bronchoscopisch onderzoek is over het algemeen een veilig onderzoek.
Is er nazorg?
Tot twee uur na het onderzoek kan men beter niet eten of drinken om te voorkomen dat u zich verslikt.
Wegens de lokale verdoving is het beter niet zelf met de wagen te rijden.
Volgende klachten kunnen voorkomen:
- Temperatuursverhoging. Deze kan ‘s avonds oplopen tot 39°C, maar hiervoor is geen behandeling nodig. De volgende ochtend is de temperatuur weer normaal.
- Korter van adem en hoestklachten, met name na de longspoeling. Deze verdwijnen na een paar uur.
- Bloed ophoesten. Dit verdwijnt meestal vanzelf in de loop van de dag. Mocht het bloed opgeven blijven bestaan of in ernst toenemen, dan kunt u het beste contact opnemen met uw behandelend arts, die zal bespreken wat er moet gebeuren.
- Pijnlijke keel. Dit verdwijnt vanzelf in de loop van de dag.
7. ATROSCOPIE
Wat is het?
Bij een atroscopie wordt met een kijker in het gewricht gekeken. Deze kijker is voorzien van een kleine camera die verbonden is met een videoscherm.
Waartoe dient het?
Dit onderzoek wordt uitgevoerd om het gewricht te controleren op beschadigingen zoals beschadigd kraakbeen, gescheurde meniscus, beschadigde gewrichtsbanden, losse bot- of kraakbeenfracturen, slijtage, ontsteking …
Soms kan via atroscopie een behandeling uitgevoerd worden. Dit kan onder lokale verdoving (bv. met een ruggenprik) of onder algemene verdoving.
Zijn er voorbereidingen nodig?
Bij algemene verdoving gebeuren de gewone onderzoeken zoals bloedonderzoek, ECG …
Hoe verloopt het?
Via een klein insnede (van 0,5 tot 1 cm) wordt de artroscoop in het gewricht gebracht. De kijker wordt aangesloten op een camera. Via een fiberglasvezel die doorheen het buisje van de artroscoop loopt, wordt het gewricht binnenin verlicht.
Via een aan-en afvoeropening wordt het gewricht voortdurend gespoeld met een zoutwateroplossing.
Tijdens het onderzoek kan de arts weefselstalen nemen of een ingreep uitvoeren. Dit kan ofwel doorheen de artroscoop of via een extra kleine insnede in het gewricht.
Na afloop worden de sneetjes gesloten met hechtstrips, die na een 10-tal dagen verwijderd worden.
Contra-indicaties?
Dit onderzoek wordt doorgaans niet uitgevoerd in verkleefde en stijve gewrichten met een ontsteking. Ook bij beschadiging van het gewrichtskapsel kan de techniek beter vermeden worden, omdat tijdens de ingreep vloeistof naar het omringende weefsel kan vloeien.
Nazorg?
Een pijnstiller is soms nodig. Wanneer de pijn te hevig is, kan de patiënt een nachtje in het ziekenhuis blijven. De arts geeft raad welke oefeningen en behandeling zal nodig zijn, na het onderzoek.
Soms mag het gewricht niet belast worden – soms is fysiotherapie nodig.
lees hier verder : DEEL 2
Maak jouw eigen website met JouwWeb