Een wintergroene heester, de mahoniestruik

De mahoniestruik staat in veel tuinen en is het hele jaar door aantrekkelijk. Het is een buitengewoon sterke struik, die weinig eisen stelt. Hij voelt zich evengoed op gedeeltelijk zonnige standplaatsen als op plaatsen met veel schaduw. Daardoor zie je ze vaak onder beplanting van boomgroepen, voor schaduwrijke hoeken bij het huis en donkere noordzijde. Maar de planten zijn ook geschikt als begroeiing van grotere vlakken of als lagere, stekelige hagen. De hoogte die de plant bereikt, hangt sterk af van de grondkwaliteit. Op schrale zandgrond blijven de struiken lager, op vruchtbare leemgrond worden ze meer dan 2 meter hoog.

De Mahonia bealei (ook wel Mahonia japonica genoemd) is een soort die van nature in Azië voorkomt. Er zijn ook andere Latijnse benamingen voor deze struik nl. Berberis bealei, Berberis japonica. In het begin van de 19de eeuw werd de mahoniestruik naar ons land gehaald en door zijn exclusiviteit was het een echte rijkeluisplant. Later begon men de struik in grote mate te kweken en op deze manier werd hij een stuk goedkoper.

De meeste groenblijvende heesters bloeien niet in de winter. Maar deze soort mahonia bloeit al vanaf begin december tot eind februari. Het hangt er wel van af hoe hard het vriest. Een bloeiende struik met een sneeuwdek erop is dus geen zeldzaamheid én meteen een voltreffer in het kale winterseizoen. De bloemen verschijnen in trossen bovenaan de toppen van de takken. Ze verspreiden een sterke geur die op afstand al goed te ruiken is. Ze lijken wat op 'lelietjes van dalen' en ruiken naar honing.

De grote, leerachtige bladeren lijken op die van hulst. Hoewel dikwijls scherp getand zijn is het zachter. De stengels met bladeren, keurig tegenover elkaar liggend gerangschikt, maken Mahonia tot een opmerkelijke verschijning. Niettegenstaande deze struik wintergroen (bladhoudend) is kan (bij strenge vorst) het blad geel/bruin worden als het erg vriest. Eventuele bevroren en beschadigde delen moeten verwijderd worden, daarna loopt Mahonia bealei weer uit.

Later in de lente en vroege zomer, zien we de vrucht. Het is een groen berijpte bes die later blauw of blauwzwart wordt. Het vruchtvlees van de bes is eetbaar, maar de pitten in de bes zijn giftig.

Weetjes:

  • Wil je de struik in een bepaalde vorm hebben of houden als bodembedekker, snoei ze dan direct na de bloei. Op deze manier behoud je de compacte beplanting. Geef de pas gesnoeide struik niet té veel water. Zo voorkom je dat de wortels gaan verrotten.
  • Als je veel bessen wilt zien, snoei dan in de herfst of aan het begin van de winter. Alle overige snoei wordt midden tot eind van de winter uitgevoerd.
  • Koop nooit gelige of verdroogde planten. Dit duidt erop dat ze hebben geleden onder watergebrek.
  • April en mei zijn gunstige maanden om mahoniestruiken te planten. Maar het is ook mogelijk om ze in het najaar te planten. Ze kunnen dan nog voor de winter inwortelen. Maar dek de struik in de daaropvolgende winter best af.
  • Je kunt mahoniestruiken gemakkelijk door wortelstekken vermeerderen. Haal deze stekken in het voor of najaar van de moederplant af.
  • In grote kuipen zijn mahoniestruiken een fraaie blikvanger op het terras.
  • Mahoniestruiken zijn gevoelig voor roest. Het is een schimmelziekte, waarbij er aan de onderzijde van de bladeren roodbruine pokken te zien zijn. In ernstige gevallen worden ook de vruchten aangetast. Zieke delen tot op het gezonde hout vernietigen (niet composteren!).

 

Een tweede soort is Mahonia Aquifolium. Deze dankbare, gemakkelijke en in verhouding met andere groenblijvers, goedkope heesters wensen volle zon. Het is de meest verkochte soort mahoniestruik en wordt ook vaak druifstruik of hulstberberis genoemd.

Het is een middelgrote, wintergroene heester die heel geschikt is voor een haag met vrije groei. Het zijn sterke planten en doen het goed in groep op talluds (schuine vlakken langs een weg, spoor, watergang of van een dijk) en langs wegbermen. De druifstruik heeft opgaande twijgen met opvallend glanzende, groen getande bladeren, waarvan de vijf tot dertien deelblaadjes sterk op hulstbladeren lijken. Aan het blad zitten scherpe stekeltjes. Ook voor bloemschikken is deze plant interessant

De Mahonia Aquifolium houdt niet van volle middagzon, is goed winterhard, tolereert redelijk droogte, is zeewindbestendig en kan ook wat luchtverontreiniging aan. Vanaf eind februari tot april bloeit hij met opgaande trossen van geurende, gele tot goudgele bloemen en lokt insecten en bijen.

Later in de herfst komen de blauwzwarte, eetbare bessen. De vruchten doen denken aan kleine druiven (druifstruik) en worden gebruikt voor het maken van confituur / jam.

In het najaar hebben de bladeren een mooie purperachtige herfstkleur.

Weetjes:

  • Het is een traag groeiende struik die uiteindelijk 170cm wordt.
  • Je hoeft deze mahonia aquifolium nauwelijks te snoeien. Oude takken mag je tot aan de grond afzagen.
  • Ze houden van een tochtvrije plek in de tuin, zo niet valt het blad voortijdig af.
  • Hoe zonniger hij staat hoe roder het blad wordt in de herfst.
  • Je kan ze vermeerderen door stekken, uit zaad of via uitlopers.
  • Ze zijn van oorsprong uit Noordwest-Amerika

 

foto's zijn genomen via google

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb