Geef je zakgeld aan je kinderen en hoeveel?
Hoe zit het met geven van zakgeld?
Kinderen geven alsmaar meer uit aan kledij, games, gsm's en uitgaan.
Moet het zakgeld mee omhoog?
Naar aanleiding van een artikel uit de ‘gazet van Antwerpen’ (2/12/2013) , plaatste ik dit schrijven.
De link naar het artikel uit de krant, vind je hier onderaan.
Een smartphone, een tof T-shirt of broek, een nieuwe fiets …
Het leven is duur en zeker als je kinderen hebt. Denken wij eraan om hen van jongs af aan te leren omgaan met geld?
Maar vanaf welke leeftijd? en hoeveel zakgeld geef je dan?
Wie vanaf zijn 6 – 8 jaar al beslissingen moet nemen over geld, hoe klein ook, groeit op tot een volwassene die bewust geld uitgeeft, spaart en investeert.
Door zakgeld te geven, geef je je kind ook vertrouwen – maar blijf vooral toezien dat hij/zij het vertrouwen niet zal misbruiken.
afbeelding uit : http://bespaarmama.blogspot.com
Geld uit het vuistje of op een rekening
Veel ouders zijn wel overtuigd van het belang van zakgeld, maar hebben geen idee van het ‘juiste’ bedrag. Dit hangt in eerste instantie hangt dat af van je eigen financiële situatie. Als je heel veel uitgeeft aan je kinderen, terwijl je het niet zo breed hebt, geef je niet het goede voorbeeld. Maar ook de leeftijd van je kinderen speelt mee.
Uiteraard hoef je dat geld niet zomaar in hun handen te stoppen. Alleen bij de allerkleinsten is dat nuttig. Zes- achtjarigen leren het best met geld omgaan als het iets tastbaars is. Stop de munten dus elke week in een spaarvarken en laat hen op korte termijn uitgeven aan iets leuks. Je kunt intussen wel al een spaarrekening openen. Vanaf 12 jaar kan een kind een eigen bankkaart leren gebruiken.
afbeelding uit : http://: www.stichtingdester.nl
Of gaan ze zelf aan de slag?
Wil je niet dat je kinderen het geld zomaar op hun rekening krijgen? Dan zijn klusjes in huis een goed alternatief. Ze moeten uiteraard niet voor elke huishoudelijke taak uitbetaald worden, maar een extraatje zoals de auto wassen of de zolder opruimen mag best extra beloond worden. Vanaf zijn 15de kan je kind ook aan de slag als jobstudent. Een prima idee, want zo leert hij/zij perfect inschatten hoeveel spullen nu echt kosten. Zorg er wel voor dat ze niet té veel verdienen, anders verlies je kindergeld.
Sparen voor die droomtelefoon
Merk je dat je kind al het verdiende geld meteen door ramen en deuren gooit? Sta dan even op je strepen. Zolang je zoon of dochter minderjarig is, beslis jij mee over grote aankopen. Toch is het geen goed idee om het zakgeld van volgende maand zomaar te schrappen. Zakgeld dient niet voor de gewone opvoeding, wél voor de financiële opvoeding van je kind. En die wordt een stuk minder efficiënt als er voortdurend beloningen en straffen aan vasthangen. Een beter idee is om je kind te helpen om zijn zakgeld op te delen in bv belgeld, kledingbudget en spaargeld. Zo zal het minder snel in het rood gaan voor een dure impulsieve aankoop.
Leer je kinderen goed omgaan met geld, dan doe je hen een cadeau voor het leven.
Je kan hen dan ook later met een gerust hart een duwtje in de rug geven.
Hier volgt het artikel uit ‘de gazet van Antwerpen’ – 2 december 2013
Concrete afspraken kunnen discussies tussen ouders en jongeren voorkomen
De hardnekkige discussies over zakgeld kunnen de sfeer soms flink verzuren. Er worden voortdurend vergelijkingen gemaakt die fundamenteel scheeflopen. Pissige reacties blijven dan niet uit en de gesprekken lopen snel vast. Hoe kom je er als ouders en als jongeren uit? Vooral door heel concrete afspraken te maken.
Hoeveel zakgeld?
Uiteraard is de hoeveelheid zakgeld sterk afhankelijk van de financiële mogelijkheden van de individuele ouders en van de samenstelling van het gezin. Niet iedereen kan zijn opgroeiende pubers een brommer, een gsm en een internetverbinding geven. Dat lijkt nogal evident. In de discussies daarover mogen de dingen wel bij hun naam genoemd worden. Niet elke papa of mama heeft een rijkelijk loon.
Verscheidene jongerenwebsites hebben in enquêtes nagegaan wat ouders hun kinderen gemiddeld garanderen als zakgeld (bijvoorbeeld www.jongereninformatie.be, www.jip.org en www.kinderrechten.be). De bedragen blijken niet zo indrukwekkend groot, maar wel redelijk. Zo krijgen jongeren van vijftien gemiddeld tussen 20 en 40 euro per maand, jongeren van achttien tussen 60 en 80 euro per maand.
Overigens blijkt dat maar 67 procent van de jongeren effectief zakgeld krijgt. De anderen krijgen alleen geld wanneer ze iets nodig hebben. En ja, de meeste jongeren zijn best tevreden met de som die ze krijgen: 40 procent is zeer tevreden, 47 procent gewoon tevreden.
Wat doen we ermee?
De steeds weerkerende discussies over het zakgeld kunnen makkelijk ontmijnd worden wanneer we vooraf duidelijk afspreken wat we met het geld gaan doen. Daar moeten best heel scherpe lijnen bij getrokken worden.
Kennelijk maken nogal wat jongeren een punt van de aankoop van hun kledij. Ze willen dat best zelf doen. Maar uitgaven voor kleren wegen doorgaans zwaar door. Moeten die dan met het zakgeld betaald worden? Liefst niet, want anders blijft er nauwelijks iets over. Laat de uitgaven voor kleren dan maar even buiten de discussie. Schoenen kosten gemakkelijk meer dan 100 euro per paar, die stevige winterbroek kost zelfs in de koopjesperiode meer dan 50 euro. De afspraak kan dan zo gemaakt worden dat kleren buiten het budget van het zakgeld vallen, maar dat uitgaven daarvoor net als vroeger door het gezin gedragen worden.
Vooraleer we beginnen te shoppen, maken we best een raming op van wat we nodig hebben. De uitgaven worden naderhand netjes afgerekend met de kastickets.
Idem voor de uitgaven op school en de vaste grote uitgaven voor de fiets, de brommer of de auto, zoals de ongevallenverzekering en de belastingen. Het lijkt niet vanzelfsprekend dat die relatief zware uitgaven ook met het maandelijkse zakgeld zouden moeten worden betaald.
Wat betalen we dan wél met het zakgeld?
De lijst is vaak indrukwekkend lang:
- de telefoonkaarten voor de gsm
- de benzine voor de brommer of auto
- de bioscoop
- snoep en frisdranken
- de uitgaven voor feestjes
- de cadeautjes
- snacks enz.
Steeds een vast bedrag
Wie als tiener zijn budget moet leren beheren, mag er wel op rekenen dat hij elke maand eenzelfde bedrag krijgt. Bovendien moeten we er ook uitdrukkelijk van uitgaan dat het geld niet gebruikt wordt als een straf of als een beloning.
Maak eigen budget op
Jongeren hebben vaak geen voeling met de eigenlijke waarde van geld. Ze lijken niet te beseffen hoe duur het leven kan zijn. Nogal wat financiële instellingen leren hen daarom een eigen budget op te maken. Wie elke maand 50 euro krijgt, kan perfect nagaan wat hij ermee kan doen.
Door alle uitgaven tijdens enkele maanden zorgvuldig te noteren in een schriftje, kan je nagaan hoeveel je eigenlijk nodig hebt: heb je geld te weinig of houd je integendeel nog wat over dat je kunt vastzetten op een spaarboekje? Zo kan je vaststellen dat je elke maand geld overhoudt dat je weer opzij kan zetten voor bijvoorbeeld een stereo-installatie.
Het bewust leren omgaan met spaarformules is uiteraard het objectief van alle financiële instellingen, maar als je na elke maand precies kunt weten waar je geld naartoe is, ben je al een hele stap vooruit. De meeste financiële instellingen zoals KBC, Fortis en ING hebben leuke brochures ter beschikking waarin jongeren geleerd wordt hoe ze hun budget kunnen opvolgen. Gewoon vragen aan het loket.
Een baantje kan het zakgeld flink verhogen
Wie zestien geworden is, kan doorgaans makkelijk aan een weekendjob geraken. Bij de bakker, de supermarkt of de krantenwinkel. 45 procent van de jongeren vanaf zestien is effectief elke week aan de slag. Vanaf zeventien is het zelfs al 67 procent, zo blijkt uit enquêtes. Die baantjes brengen nogal wat extra geld in het laatje. De discussie over het zakgeld wordt er meteen wat makkelijker door.
Wie gaat werken, komt echter wel snel in het defensief. Papa en mama vinden die heisa rond het zakgeld plots minder vervelend. Zoonlief heeft nu eenmaal meer geld dan vroeger. Waarom dan nog blijven zeuren? Op dat moment kunnen de vroeger uitgetekende afspraken ingeroepen worden. Zakgeld blijft hoe dan ook steeds een vast bedrag dat geen uitstaans heeft met het bijbaantje. Bovendien kan uit het opgemaakte budget blijken dat de uitgaven niet altijd in verhouding staan tot de inkomsten.
Nee, je hebt geen recht op je kindergeld
Nogal wat jongeren stellen gewiekst dat ze in feite recht hebben op het kindergeld dat de overheid het gezin toekent. En dat is veelal veel groter dan het zakgeld. Een redenering die makkelijk gecounterd kan worden. De kinderbijslagen zijn nu eenmaal bestemd om de kosten van de algemene opvoeding mee te betalen. Het zijn dus bijdragen die de ouders toekomen, en niet het kind.
Het is trouwens relatief makkelijk om aan te tonen dat zelfs het kindergeld helemaal niet volstaat om een goede algemene opvoeding mee te garanderen.
Nee, je hebt ook geen recht op onderhoudsgeld
Nog gewiekster: kinderen van gescheiden ouders menen vaak dat een gedeelte van het onderhoudsgeld hén toekomt en niet mama of papa. Maar ook dat is een redenering die geen steek houdt. Ook het onderhoudsgeld is bestemd voor de financiering van de algemene opvoeding. Het komt dus toe aan de ouder die de eigenlijke kosten maakt. Het Jongeren Adviescentrum (www.jac.be) geeft daarover uitsluitsel.
Gemiddelde bedragen per maand
13 jaar = 20 euro
14 jaar = 20 euro
15 jaar = 32 euro
16 jaar = 40 euro
17 jaar = 60 euro
18 jaar = 80 euro
19 jaar = 100 euro
De onderstaande tabel komt van : http://weblog.sparen.nl/hoeveel-zakgeld-geef-ik-mijn-kind
Op deze site kan je nog meer lezen over zakgeld geven.
Volgend deel : Krijgt je kind alle hightech snufjes?
Maak jouw eigen website met JouwWeb