Artrose

Artrose, da’s blijven bewegen!

Herken je het … pijn bij het opstaan uit je zetel? Gewrichten die stram en pijnlijk aanvoelen bij de kleinste beweging ook?

En knie of heup die elke dienst weigert?

Dat komt niet van vandaag op morgen, de eerste symptomen worden niet gelinkt aan artrose. Er gaat een sluipend proces aan vooraf. Maar als je tijdig hulp zoekt kan heel wat leed voorkomen worden.

Artrose genezen ligt niet binnen handbereik maar de behandelingsmogelijkheden nemen toe. Daardoor blijft de ziekte steeds beter onder controle.

 

1. Welke zijn de typische pijnklachten?

Typische klachten voor artrose is mechanische pijn, pijn die je voelt bij het belasten van een gewricht. Bij velen begint het ’s morgens bij het opstaan of als je lange tijd in dezelfde houding hebt gezeten. Dan vragen die eerste stappen een loodzware inspanning, maar geleidelijk aan lukt het bewegen beter.

Mensen met heup-

artrose kunnen last hebben als ze rechtop moeten staan maar helemaal niets voelen wanneer ze zitten. Tegen de avond kan de pijn weer toenemen door vermoeidheid.

Artrose geeft niet bij iedereen dezelfde klachten. Soms is er totaal geen kraakbeen meer maar wel indrukwekkende uitsteeksels op het bot .. maar zijn er toch relatief weinig pijnklachten.

Anderzijds zijn er mensen waar op röntgenbeelden weinig te zien is, maar hebben ze toch ernstige problemen om te bewegen.

 

2. Dé veel gestelde vraag : is artrose een ouderdomsziekte?

In de volksmond wordt artrose ook wel ouderdomsreuma of slijtagereuma genoemd. Het is waar dat de kans op artrose toeneemt met de leeftijd omdat het natuurlijke verouderingsproces het kraakbeen dunner en brozer maakt waardoor het afslijt.

De ziekte komt vaker voor bij 60-plussers, met een piek tussen 75 en 80 jaar. Maar er zijn ook veertigers en zelfs jongeren met gewrichtsaantastingen en – pijnen, soms door een beroep of sport.

Risicogroepen

  • voetballers en topsporters die door hun sport hun knie- en voetgewrichten langdurig hebben overbelast. Hierdoor is de beschermlaag volledig weggesleten.
  • topatleten en acrobaten krijgen meestal na het beëindigen van hun actieve carrière last van artrose. Zolang deze mensen stevig gespierd zijn, zijn ze relatief goed beschermd. Maar met ouder worden en door het afnemen van de spiermassa kan het gewricht op losse schroeven komen.
  • poetsvrouwen krijgen soms op vroege leeftijd artrose in hun handen.
  • verhuizers hebben het dan in heupen of knieën
  • als je een bepaald trauma hebt opgelopen na een verkeers- of arbeidsongeval of door een zware val, ben je risicopatiënt.
  • ook botbreuken tijdens de jeugdjaren kunnen op latere leeftijd versneld artrose teweegbrengen. Doordat  de inwendige structuur van een gewricht beschadigd of veranderd werd, zijn de verhoudingen binnen dat gewricht verstoord en hierdoor verdwijnt het kraakbeen vlugger.
  • vrouwen ontwikkelen vaker artrose dan mannen en vaak speelt erfelijke aanleg mee.
  • ook anatomische afwijkingen kunnen het proces versnellen. Mensen met X- of Y-benen zijn bijvoorbeeld vatbaarder voor artrose doordat hun gewrichten op een andere manier worden belast.
  • ook overgewicht is een negatieve factor. Mensen met obesitas hebben meer kans op artrose omdat overgewicht de gewrichten extra belasten.

 

3. Wat doet artrose precies met een gewricht?

Artrose is de meest voorkomende gewrichtsaandoening. Een gewricht is de plaats waar twee botten samenkomen, bv. knie, heup, elleboog… Op het bot bevindt zich kraakbeen: een soort van beschermlaag die als schokdemper fungeert. Deze bescherming moet voorkomen dat twee botstructuren rechtstreeks met elkaar in contact komen.

Met het ouder worden en als gevolg van overbelasting kan de beschermlaag, nl. het kraakbeen afslijten. Dan spreken we van artrose. Het bot verhardt en op termijn ontstaat er ook bot-aanwas

Op een röntgenfoto - van een door artrose aangetast gewricht - zie je nauwelijks of zelfs geen kraakbeen meer. In zo’n gewricht raken de botten elkaar, wat pijn kan veroorzaken.

Artrose is ook veel meer dan het louter verdwijnen van kraakbeen. Ook het bot zelf begint te vervormen. Er ontstaan op  het bot uitsteeksels (osteofyten) die de druk door het wegvallen van het verzachtende kraakbeenlaagje proberen op te vangen. De uitsteeksels vergroten het botoppervlak zodat de druk beter wordt verdeeld en verlaagd. Osteofyten zijn dus niets minder dan een reactie van het lichaam dat zich tracht te verweren tegen overbelasting.

Maar het is geen adequate manier want de uitsteeksels zelf kunnen andere structuren in het lichaam irriteren. Bij rugartrose bijvoorbeeld zien we dat de osteofyten vaak de vlakbij gelegen zenuwen prikkelen, wat dan weer een bron van pijnklachten kan zijn.

Artrose doet ook het gewrichtsvocht van structuur veranderen en zorgt ervoor dat het kapsel dat het gewricht goed moet samenhouden, verhardt. De ziekte zet dus een hele cyclus van processen in gang in en rond het gewricht. Het effect reikt veel verder dan louter kraakbeenverlies. Het is een breed fenomeen dat letterlijk impact heeft op alle structuren van een gewricht. Niets ontsnapt aan artrose!

 

3. Welke gewrichten hebben het kwaadst onder artrose te lijden?

De ziekte tast vooral de heupen, knieën, bepaalde voetgewrichten (vooral grote teen), lage-ruggewrichten en nek- of handgewrichten aan. Bij de meeste mensen focust artrose zich op één of twee gewrichten. Dat is het geval als de ziekte is uitgelokt door bepaalde beroepsactiviteiten, door anatomische eigenaardigheden of door obesitas. Maar het komt ook voor dat verschillende gewrichten zijn aangetast.

 

4. Hoe moet het verder eens de diagnose is gesteld?

We moeten het beseffen : artrose valt niet te genezen, maar met medicijnen en fysiotherapie vermindert de pijn en kunnen de stijve gewrichten weer bewegen.

De meeste patiënten zijn erg aangeslagen als ze horen dat ze artrose hebben. Ze denken dan dat ze voor de rest van hun leven pijn zullen hebben. Maar vaak is die pijn er door tijdelijke overbelastingen. Eens het probleem onder controle is, hebben ze misschien jaren geen last meer.

Vroeger werd een behandeling van artrose vaak niet meteen grondig aangepakt. Men liet het wat betijen. Vandaag grijpt men bij opstoten zo snel mogelijk in. Op die manier kan de patiënt ook snel weer op de been worden gebracht en zijn actief leven weer oppikken. Door een behandeling uit te stellen, verhoogt de kans dat mensen meer pijn ontwikkelen, gaan verstijven en nog minder bewegen. Het gamma aan behandelingsmogelijkheden om de ziekte te stabiliseren en een actief leven te vrijwaren, gaat de jongste jaren met reuzensprongen vooruit. Artrose is een veel voorkomende gewrichtsaandoening – wereldwijd staat ze op de 4de plaats – en de medische wetenschap zet dan ook zwaar in op onderzoek naar nieuwe therapieën. Die zoektocht levert steeds maar meer nuttige inzichten op

 

5. Moet je met artrose rusten of net meer bewegen?

Bewegen is juist noodzakelijk om gewrichten soepel te houden. Mensen met artrose zijn soms geneigd het gewricht te ontzien en zoveel mogelijk rust te geven. En dat werkt juist averechts, want stijve gewrichten doen de klachten vaak alleen maar toenemen, vooral heupgewrichten zijn daar gevoelig voor! Fietsen, zwemmen, wandelen, ook al gaat het om kleine afstanden, kunnen bijdragen tot een vermindering van de klachten

Bij de kinesitherapeut krijgen mensen met artrose een aangepaste oefentherapie om hen te leren anders bewegen. Vaak weten mensen niet hoe ze de oefeningen juist moeten uitvoeren, welk tempo aangewezen is of tot hoever ze hun gewrichten mogen belasten. Verkeerd bewegen kan dan ook omgekeerde resultaten opleveren zoals bv. hoe stap je in en uit bad? Hoe sta je op uit de zetel? Ook hulpmiddelen kunnen een wereld van verschil maken: van een douchezitje of bad-lift tot hulpmiddelen om sokken aan te trekken en verlengstukken voor huissleutels.’ Voor sommige patiënten is dan weer een wandelstok of brace een goede oplossing.

Bij de bewegingstherapie leren patiënten hoe ze hun gewrichten op de juiste manier kunnen stimuleren. Patiënten met overgewicht kunnen bij de diëtiste terecht.

Blijf dus fietsen, wandelen of zwemmen maar :

  • voorkom piekbelastingen en agressievere sporten.
  • het is goed bewegingen, die geen overbelastingen vergen, te blijven doen. Op die manier versterk je de spieren rond je gewricht zodat die een deel van de belasting op het gewricht overnemen.
  • bij mensen met specifieke verstijfde gewrichten wordt soms lokaal manuele therapie toegepast om de verstijfde houding te doorbreken. Als mensen niet meer durven bewegen, gaat het van kwaad naar erger.

 

6. Hoe pakt men een opstoot van artrose best aan?

Medicatie kan deel uitmaken van de behandeling. Soms is er nood aan pijnstillende medicatie of ontstekingsremmers om een opstoot te onderdrukken. Bij gewrichten waar dit mogelijk is, bv handgewrichten, kan een ontstekingsremmende zalf worden gebruikt. Dat gebeurt vaker bij iets oudere patiënten omdat zij bijwerkingen kunnen ondervinden van ontstekingsremmende medicatie in pilvorm.

Bij ernstige opstoten, bijvoorbeeld ter hoogte van de knie of heup, kan een inspuiting met cortisone in het ontstoken gewricht nodig zijn. De inspuitingen gebeuren onder echografische controle, zodat zowat elk gewricht veilig kan worden ingespoten. Er is almaar meer ervaring met specifieke medicatie om het kraakbeen te beschermen en langer te behouden.’

 

7. Kan chirurgie een oplossing bieden?

Naarmate de aandoening vordert, is de pijn vaker aanwezig. De pijn laat zich dan ook bij rust voelen, vaak ’s nachts. Meestal gaat dit samen met een toenemende immobiliteit. In sommige gevallen is een operatieve ingreep noodzakelijk. Maar chirurgie is voor een groot deel van de artrosepatiënten nooit nodig.

Chirurgie kan nuttig zijn:

  • bij mensen met geïsoleerde letsels
  • als er binnen een gewricht slechts sprake is van één beschadiging.
  • bij mensen die door hun artrose invalide dreigen te worden.
  • als de patiënt ondanks behandelingen nog veel last blijven hebben van artrose

De chirurgische ingreep kan bestaan uit het schoonmaken van het gewricht, waarbij uitsteeksels worden weggehaald. Een andere mogelijkheid is heel kleine microletsels op het gewricht aanbrengen om zo de aanmaak van nieuw kraakbeen te stimuleren.

Ook het plaatsen van een heup-, knie- of andere gewrichtsprothese is mogelijk als de artrose voornamelijk klachten geeft ter hoogte van één gewricht.

 

8. Tips voor je leefstijl

Om artrose op latere leeftijd te voorkomen is het belangrijk om :

  • de gewrichten niet te zwaar te belasten door te tillen of door intensieve sportbeoefening
  • gezond te eten
  • het lichaamsgewicht op het juiste niveau te houden.

En heb je  toch eenmaal artrose:

  • blijf in beweging zonder de gewrichten teveel te belasten
  • rust regelmatig
  • hou de gewrichten goed warm
  • medicijnen en fysiotherapie kan het leed verzachten

Maak jouw eigen website met JouwWeb