Lees jij voedseletiketten?
Voedseletiketten, hoe raak je er wijs uit.
Een voedseletiket ontcijferen lijkt wat op hogere wiskunde. Nochtans bevat het een schat aan informatie over wat je precies in je mond stopt.
Met voeding die moet aangepast zijn aan de gezondheid, kan het niet anders dat mensen nagaan of er geen ‘verboden’ producten tussen zitten. Maar het is soms zo klein vermeld dat duidelijkheid ver zoek is. Zelfs als je weet wat koolhydraten en proteïnen zijn, is het lettertype zo klein dat een vergrootglas nauwelijks volstaat om de kriebeltjes te ontcijferen. Bij sommige producten ontbreekt zelfs nuttige basisinformatie zoals bv. 'waar komt het product vandaan?’
Waarom zou je bv. tomaten uit Israël en radijzen uit Zuid-Europa (Italië of Spanje) eten, als ze in België heel lekker zijn?
De sinaasappelen daarentegen komen dan weer best uit Spanje. Een grijze garnaal uit de Noordzee werd gepeld in Marokko? Neen, ik heb ze liever vers en gepeld in Oostende. Wie zijn ecologische voetafdruk wil beperken zal geen pink lady uit Argentinië eten, maar een lekkere appel uit België.
Enkele richtlijnen:
- Alles wat nu verplicht op voedseletiketten moet staan zou groter en leesbaar moeten afgedrukt worden!
- Risicostoffen zoals EDTA, parabenen, siliconen of gluten, noten, vlees, vet .. moeten erop gedrukt staan.
- Het zou handig zijn als je op de voorkant van de verpakkingen in grote letters on lezen of het product glutenvrij en/of lactosevrij is.
Voor mensen die om gezondheidsredenen op dieet staan is dit absoluut geen luxe!
afbeelding werd genomen via nl.123rf.com
Voedseletiketten zijn vaak het onderwerp van discussies. De Europese Unie introduceerde vorig jaar nog nieuwe 'spelregels' om de etiketten transparanter te maken en de consument beter te beschermen.
Volgens Dirk Lemaître, voorzitter van de Vlaamse Beroepsvereniging van Voedingsdeskundigen en Diëtisten (VBVD) zal er een en ander veranderen en tegen eind 2016 wordt een aantal belangrijke innovaties verplicht.
Allergenen (noten, gluten …) moeten vanaf dan duidelijk op de voorkant van de verpakking vermeld worden. Bij niet-voorverpakte eetwaren moet de handelaar de consument informeren over allergenen in de producten.
De term natrium wordt vervangen door de meer gebruikte term zout.
Het etiket moet de oorsprong van plantaardige oliën en vetten (palm, lijnzaad ..) vermelden.
Ook de herkomst van het vlees moet vermeld worden
Om de leesbaarheid van het etiket te verhogen, wordt een minimale lettergrootte ingevoerd.
WAAROP MOET JE LETTEN?
De volgorde
Om te achterhalen of wat je eet, past in een gezond voedingspatroon, moet je inzicht hebben in de samenstelling. Bevat het niet te veel zout, verzadigde vetten, suikers? Op voorverpakte eetwaren moeten de ingrediënten vermeld staan in volgorde van hun hoeveelheid. Hoe hoger op de lijst, hoe meer er van een ingrediënt in een product aanwezig is. Een potje garnaal-sla waar de garnalen onderaan de lijst bengelen, is die naam amper waardig.
Het percentage vermelden is niet verplicht en heel wat producenten houden de hoeveelheden geheim. Als je rekening houdt met de volgorde op het etiket, kan je min of meer inschatten hoeveel suiker en vet een product bevat.
Op het etiket van het pakje LU bv. wordt bij suiker geen percentage vermeld. Er staat : Ingrediënten - Tarwebloem 73,5%, suiker, boter 13,6%, magere melkpoeder 1,3% , zout …
Gelet op de volgorde moet dat schommelen tussen 73,5 % en 13,7 % suiker. Suiker is dus het op één na belangrijkste ingrediënt.
Vezels
In een gezond menu moeten voldoende vezels zitten. Zij behoren ook tot de groep van niet-verteerbare koolhydraten. Hoe hoger hun waarden op het etiket, hoe beter: 10 gram vezels per 1000 kcal is een goede richtlijn. Drink bij vezelrijke voeding voldoende water. Vezels nemen in de darmen veel water op, wat tot constipatie kan leiden.
(een pond vet bevat 3500 kcal. Om een pond vet kwijt te raken, moet je dus 3500 kcal minder eten dan je nodig hebt).
Wil je weten hoeveel kcal zitten in voedingsmiddelen : klik HIER
Vetten
Kies vooral voor onverzadigde vetten. Enkelvoudig onverzadigde vetzuren zijn de beste. Om gezond te zijn, mogen verzadigde vetten hooguit 10% uitmaken van het totaal aantal kcal dat je per dag eet. De erg ongezonde transvetzuren mogen maximaal 1% uitmaken van wat je dagelijks eet. Maar die worden niet altijd apart vermeld.
Tref je in de lijst de term ‘plantaardige olie’ aan, dan is de kans groot dat het om minder gunstige palmolie gaat. Op de nieuwe EU-etiketten moet vanaf 2016 de aard van het plantaardige vet wel verplicht worden vermeld.
ik verwijs naar 2 artikels over oliën die ik vroeger schreef: Olie op het vuur - Nog meer olie op het vuur
Zout
Zout zal binnenkort het woord ‘natrium’ vervangen op het etiket. De term moet voor minder verwarring zorgen bij de consument. Ze zijn echter geen synoniem van mekaar want (keuken)zout is geen puur natrium maar natriumchloride. Natrium is wel het schadelijke onderdeel van zout. Staat er op het etiket natrium vermeld, dan moet je dit met 2,5 vermenigvuldigen om te weten hoeveel zout je echt eet. Zout beperk je best tot maximum 5 gram per dag.
Er is suiker en er zijn suikers.
De twee termen zorgen voor verwarring. Staat er suiker (enkelvoud), dan duidt dit uitsluitend op witte tafelsuiker. Terwijl suikers (meervoud) naar de koolhydraten verwijst. Alle suikers (lactose, fructose, sacharose ...) behoren tot de groep van de koolhydraten. Maar omgekeerd, kan de groep koolhydraten bv ook zetmeel bevatten zoals in tarwebloem. Koolhydraten staan in voor het merendeel van onze energieopname maar haal ze vooral niet te vaak uit enkelvoudige suikers.
Hoe moet je dat nu van het etiket aflezen? Door te kijken naar de verhouding koolhydraten-suikers. Laat producten waar suiker bovenaan de lijst staat ook best links liggen.
De ontbijtgranen Tresor bevatten 68 gr koolhydraten per portie. Zo’n 29 gr of bijna de helft van die koolhydraten bestaat uit toegevoegde suikers. Het kan gaan om tafelsuiker, lactose, fructose .. hoe lager het aandeel suikers in de koolhydraten, hoe gunstiger de voedingswaarde.
De Nesquickpoeder bevat 70,8 koolhydraten per 100 gram. Zo’n 64,5 gr bestaat uit toegevoegde suikers!
Wat vertelt de referentie-inname?
Op heel wat producten prijkt vooraan een kleine tabel waarin per portie de referentie-inname (RI) wordt aangegeven.
"De RI is een richtwaarde die aangeeft wat een gezonde jonge vrouw die matig fysiek actief is per dag nodig heeft. Dat komt neer op zo’n 2000 kcal. De RI toont wat je per portie binnenkrijgt, in verhouding tot je dagelijkse energiebehoefte. Het systeem is misleidend omdat de waarden uitsluitend gelden voor een bepaalde groep vrouwen. Ze zijn dus niet bruikbaar voor mannen, kinderen, sporters of vrouwen die zwaarder/lichter wegen dan gemiddeld of ouder zijn. Op het etiket staat vaak: RI berekend voor een gezonde volwassene. Maar dat klopt dus niet”, waarschuwt Dirk Lemaître. “Voor voedingsproducenten is de RI een interessant reclamemiddel omdat ze met de voedingsstoffen (vetten, koolhydraten) kunnen uitpakken waarmee zee best scoren. De minder aantrekkelijke kunnen ze weglaten en ook met de portiegrootte kunnen ze spelen. Kortom, de RI zegt bitter weinig over een product."
RI is niet hetzelfde als ADH (de aanbevolen hoeveelheid). Die verwijst naar de vitamines en mineralen die een gemiddeld mens nodig heeft om gezond te blijven.
Laat je niet vangen!
Onrealistische porties
De voedingswaarde wordt standaard per 100 gram of ml vermeld. Sommige producenten geven daarnaast ook de waarde per portie aan – soms zelf in een opvallend kleurtje – maar die is vaak onrealistisch klein. Doe eens de test met bv. gesuikerde ontbijtgranen of ovenchips. Op beide verpakkingen staat de voedingswaarde per portie van 30 gram in plaats van de standaardnorm van 100 gram. Die oogt op het eerste zicht interessant met lage suiker- of vetwaarden. Vul een kommetje met een portie van 30 gram en een ander met een portie van 100 gram.
Wat blijkt? Je moet al een behoorlijk gedisciplineerde eter zijn om na een portie van 30 gram met een gevulde maag van tafel te gaan …
Weetjes
Onvolledige porties
Een ander handigheidje waar je je kan op verkijken zijn de vermeldingen per stuk, bijvoorbeeld op koekjesverpakkingen, waar de voedingswaarde per koekje wordt aangeduid. Handig zou je denken, ware het niet dat deze koekjes telkens per drie verpakt zijn en maar weinig mensen het dan ook bij eentje zullen houden ….
Lichtere kleuren
Lightvarianten van producten (boter, yoghurt ..) hebben vaak een verpakking in een lichtere tint. Dat moet de indruk wekken dat ze minder calorierijk zijn. Maar dat betekent niet dat alle verpakkingen in lichtere kleuren lightproducten zijn!
Minder vet = niet minder calorieën
Deze vermelding vind je o.a. op magere zuivelproducten. Maar een verlaagd vetgehalte kan gecompenseerd worden door meer suikers. Het betekent dus niet automatisch ook minder kcal.
Geen toegevoegde suikers
Geen toegevoegde suikers op het etiket betekent niet dat er geen suikers inzitten. Vaak bevat het product al natuurlijke suikers. Die leveren evenveel kcal als toegevoegde suikers.
Eruit? Maar wat erin?
Vermeld het product minder vet, zout of suiker? Dan komt er altijd iets voor in de plaats. Chocopasta zonder suiker bv. kan meer vetten bevatten of de zoete smaak kan worden aangeleverd door polyolen. Sommige polyolen leveren wel degelijk kcal. Check dus steeds het totaal kcal.
Wat is wat?
E-nummers zijn goedgekeurde stoffen die invloed hebben op de kwaliteit van een voedingsproduct zoals bewaarmiddelen, kleur-, geur- en smaakstoffen. Ze mogen zowel onder hun volledige naam (bv. natriumbenzoaat) als onder een nummer (bv. E211) worden vermeld. Dat maakt het lastig om ze te herkennen. Sommige kleurstoffen en smaakversterkers staan nochtans ter discussie
Verzadigde vetzuren verwijzen naar de ongezonde vetten die een negatieve invloed hebben op de LDL-cholesterol. Soms worden ze niet apart vermeld. Je kan ze herkennen doordat ze stollen bij kamertemperatuur. Ze zitten onder meer in roomboter, gebak, koekjes …
Voedingslogo’s en keurmerken hebben uiteenlopeende boodschappen. Soms verwijzen ze naar de origine van een product zoals het Max Havelaarkeurmerk (eerlijke handel) of het Belgisch label streekproduct.be , en soms naar de productiewijze zoals de biolabels. Naast het Europees biologisch keurmerk (met het groene blaadje) zijn er tal van privélabels voor bioproducten. Biogarantie is daarvan in ons land de bekendste. Alleen producten die aan de bio-eisen voldoen, mogen dit logo dragen.
De lijst van E-nummers : https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_E-nummers
En op volgende link staat nog veel meer informatie :
Wie wil koken zonder E-nummers : Klik
of koken zonder E-nummers voor kids : Klik
Maak jouw eigen website met JouwWeb