Duitsland : nog meer gerechten
Naast de ‘de wurst’ en de ‘fisch und schinken’ is er in Duitsland nog veel meer lekkers om te genieten.
Eisbein, gepekelde varkensschenkel
Als je Duitsland bent en traditionele gerechten wil proeven, mag het eisbein niet ontbreken. Het is een héél groot stuk vlees, een gekookt stuk ... stel je voor … varkenspoot.
Er doen heel wat clichés over de Duitse keuken de ronde: "vlees is een noodzakelijk bestanddeel en de porties zijn groot!" Wel het eisbein is daar een goed voorbeeld van. Het is een nationaal gerecht in Duitsland, maar vooral te vinden in Berlijn.
Het is dan ook werkelijk een groot, stuk vlees: een gekookt stuk varkenspoot (het stuk wat boven de knie zit), wat vet en erg smaakvol schijnt te zijn. Meestal wordt het geserveerd met aardappelpuree, zuurkool of erwtenpuree. Als je die op hebt, zal je geen honger meer hebben.
Heb je hem liever geroosterd (gegrild), dan is de naam Schweinshaxe.
Het origineel recept
Ingrediënten:
- 1 varkensbovenpoot
- 1 grote ui, in stukken
- 2 teentje knoflook in reepjes
- 4 peperkorrels
- 3 laurierblaadjes (verscheurd)
- 4 geplette jeneverbessen
- ½ theelepeltjes komijnzaadjes
- Gemalen zwarte peper
- Zout
Klaarmaken:
- Water warmen en alle ingrediënten erin doen. Laat de bips op en zacht vuurtje garen
- Let erop dat het vlees helemaal onder de bouillon staat
- Na ongeveer 2 uur is de varkenspoot gaar, neem die uit de bouillon.
- Droog hem af en bak de poot in een voorverwarmde oven op 180°C gedurende 3 kwartier rondom bruin.
- Let erop dat het zwoerd niet te hard wordt, dat komt de smaak niet ten goede
- Serveer met aardappelen, zuurkool + mosterd – of met aardappel- of erwtenpuree
Schweinebraten is een erg geliefd Duits hoofdgerecht, met gebraden varkensvlees met een heerlijke saus. Aardappelen en rode kool erbij en smullen maar.
Ofschoon elke streek zijn eigen keuken heeft, is volgend gerecht in het hele land bekend: de Schnitzel. Het is een dun gesneden stuk gebraden vlees dat gepaneerd en gebakken is. Heerlijk met een beetje citroensap, salade en wat frites.
De meeste gerechten; aardappelschotels, vleesschotels en wildgerechten, zijn vergezeld van Sauerkraut (zuurkool) en knödel of spätzle.
Sauerkraut /Zuurkool
Wij spreken over zuurkool, maar in Vlaanderen zeggen we ook choucroute.
Dit is een Frans bastaardwoord van het Duitse sürkrüt.
Zuurkool koop je meestal, maar je kan het ook zelf maken.
- Hiervoor heb je witte kool nodig.
- Je verwijdert de buitenste bladeren en de harde kern.
- De rest van de bladeren snij je heel fijn of je raspt ze.
- Die wordt in een grote pot gedaan, zout erbij en de kool goed aandrukken.
- De pot wordt luchtdicht afgesloten, het fermentatieproces (gisten) kan beginnen (de melkzuurbacterie zet zetmeel en suiker om in melkzuur).
Vroeger hadden veel gezinnen hiervoor een grote Keulse pot. Na vier tot acht weken is de zuurkool klaar.
Naast de voedzame eigenschappen bevat het vitamine C en leert het een goede bijdrage aan het spijsverteringssysteem. Het nadeel is het vele zout dat wordt gebruikt.
Zuurkool kan je zowel koud eten (in salades) als warm, bij aardappelen en vleesgerechten. Het is dé groente bij de ham en de worsten, behalve bij Weißwurst (die wordt alleen met mosterd gegeten). In Duitsland wordt zuurkool apart gegeten, bij ons wordt het ook als stamppot opgediend.
Knödel
Dit zijn balletjes gemaakt van aardappel, brood, griesmeel, pastadeeg of een ander soort deeg. Wij zouden het in Nederlands brooddeegballen noemen. Het wordt gemaakt van brood, eieren, melk en kruiden.
Knödels worden geserveerd als voorgerecht of als bijgerecht van een hoofdgerecht.
Er zijn verschillende soorten knödels, zowel hartige als zoete.
Knödels met aardappel, brood en stukjes spek zijn lekker als aperitiefhapje.
Een leberknödel (foto hieronder) bestaat uit gehakt van runderlever, knoflook en peterselie.
Zoete knödels zijn, altijd gevuld met vruchten of noten. Ze worden als nagerecht geserveerd met boter en suiker. Bv. de Hefenknödel is een knödel gevuld met pruim.
foto: gevulde knödel
Spätzle
Heel kenmerkend zijn ook de gerechten met spätzle, dat bestaat uit verse pasta met ei, ham of lever. Het is een verse pasta die je tegenkomt in Zuid-Duitsland maar ook in de Elzas, Oostenrijk en Zwitserland (spetzli). En had ik al gezegd dat het heel lekker is? De zelfgemaakte spatzle is beter dan gekochte.
Hoe je dit best maak vind je hier: 'Hoe zelf spatzle maken'.
foto: Spatzle en goulash
In de Duitse keuken worden veel aardappelen gebruikt. Kartoffelsuppe is een soep uit de authentieke Duitse keuken.
Het belangrijkste ingrediënt van deze zijn uiteraard aardappelen.
foto: Kartoffelsuppe mit speck
Hou je het liever vegetarisch, ga dan voor een Reibekuchen. Het is koekje van aardappel met aardappelpuree.
Deze snack wordt in Berlijn de Kartoffelpuffer genoemd. Je kunt die vaak kopen op de Duitse kerstmarkten. Het is een soort aardappelpannenkoekje (lijkt op een rösti) en het wordt geserveerd met appelmoes.
De Zwiebelkuchen is een heerlijke hartige taart van gistdeeg, met meestal uien, zure room, eieren en spek als vulling.
Maak jouw eigen website met JouwWeb