Op zoek naar ‘geluk’

Hoe dikwijls lezen en wensen we 'veel geluk'.

Er is geen feestje of verjaardag zonder gelukwensen, want naast een goede gezondheid is een gelukkig bestaan wel het belangrijkste wat we onze familie en vrienden toewensen.

En voor hen die erin geloven :"wie geluk zoekt, die vindt!"

Wat is de essentie van geluk?

Kunnen we ook zelf naar geluk op zoek gaan?

We kunnen onszelf de vraag stellen of we wel gelukkig zijn.

Er werd al zoveel over gezegd en geschreven. Volgende werd ons vroeger op de mouw gespeld.

  • naar geluk hoef je niet te streven
  • als je gelukkig probeert te zijn, wordt je net ongelukkig
  • geluk is zoiets als een vlinder die op je schouder komt zitten

Maar dat alles klopt niet, er komt nooit een vlinder op je schouder zitten, en je mag best streven naar geluk.

In China dekt het begrip ‘geluk’ vier ladingen:

- een lang leven

- een gezond leven

- een rijk leven en

- een goede dood.

Over dat 4de element zwijgen wij in het westen; velen durven er niet over praten. Pas wanneer we er onvermijdelijk mee geconfronteerd worden in onze nabije omgeving, gaan we ons vragen stellen over wat nu écht belangrijk is in ons leven.

Dat is toch te gek voor woorden? Waarom wachten we zo lang?

foto:   http://www.nrc.nl

Het leven is niet alle dagen feest. We hebben allemaal recht op onze zorgen en verdriet, net zoals we recht hebben op ons geluk. Maar dan moeten we er wel bewust willen en kunnen over nadenken. Er is niet één weg naar geluk.

Er zijn vele wegen naar geluk. En iedereen moet zijn eigen weg vinden.

Laat ons eens nadenken over volgende vragen:

1. Moet het ons een beetje financieel, professioneel en relationeel meezitten in het leven om die weg naar geluk te vinden en kunnen bewandelen?

Het is niet zo dat gelukkige mensen alleen maar leuke dingen meemaken en ongelukkige mensen alleen maar nare dingen. We maken in ons leven bijna allemaal leuke en vervelende dingen mee. Wat verschilt is de manier waarop we naar de dingen kijken. Een wetenschappelijk onderzoek was daar ooit eens vrij duidelijk over: er bestaat een sterk oorzakelijk verband tussen optimisme en geluk.

De portie geluk en optimisme waarover we beschikken is:

  • voor 50% aangeboren, je krijgt dit mee van je ouders en grootouders.
  • 10% wordt bepaald door omstandigheden zoals onze job, ons huis en geld.
  • de overige 40% wordt ingekleurd door de manier waarop we naar het leven kijken. Zo zijn er veel mensen die verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt, maar die er toch in slagen het aan te ‘durven’ om gelukkig te zijn. Daarnaast zijn er ook mensen die geen enkele reden tot klagen hebben, maar zich toch bijzonder slecht in hun vel voelen.

(dit is puur wetenschappelijk onderzoek – Leo Bormans vroeg het aan 100 professoren uit 50 landen die allen wereldwijd geluk bestuderen)

 

2. Is geluk is een voorrecht, louter weggelegd voor de ‘happy few’?

De belangrijkste voorwaarde voor geluk is het land waarin je geboren wordt. Zie je het levenslicht in de sloppenwijken van India, dan heb je gewoon pech. Kom je ter wereld in West-Europa, dan heb je veel meer geluk. En toch zijn we een land vol slechtgezinde, zeurende mensen, hoewel daar over het algemeen weinig reden toe is. Maar waarom zijn de mensen van Denemarken gelukkiger dan pakweg de gemiddelde Belg of Nederlander? Omdat de Denen meer vertrouwen hebben in elkaar en de instellingen van hun land. Wij vertrouwen elkaar voor geen haar en ook onze regering geeft daartoe het slechte voorbeeld. Alles draait hier om wantrouwen. Dat is erg!

 

3. Schuilt geluk in een klein hoekje? En voor wie dat hoekje maar niet lijkt te vinden, is er nog zoiets als marketing. Van alle kanten worden we bestookt met materiële zaken die ons dat pure geluksgevoel zouden moeten bezorgen ..

De reclame spiegelt ons een wereld voor van constant geluk, dat je bovendien ook nog kan kopen. Er is altijd wel iets nieuws op de markt dat ons gelukkig zal maken. En daar worden dan steeds stralende gezichten bij vertoond. We weten het wel dat niet alleen het materiële ons ‘compleet’ gelukkig zal maken, want we willen toch altijd meer. We denken dat het plezier te vinden is. Maar waarom zouden we niet resoluut kiezen voor minder? En niet alleen voor het plezier maar bijvoorbeeld ook voor wat ons ‘tevreden’ maakt? Dat is een heel ander gevoel. We hebben het gewoon veel sterker zelf in de hand dan we zouden denken. En eigenlijk wéten we ook wel wat ons gelukkig maakt. Het gaat er niet om dat we niet zouden weten wat we moeten doen. We doen gewoon niet wat we weten.

 

4. We wensen onze kinderen toe dat ze gelukkig mogen opgroeien. Kunnen ouders een rol spelen in de gelukservaring van hun kroost?

Optimisme is een vaardigheid die je kan leren. We kunnen het onszelf en onze kinderen dus ook aanleren. Door bijvoorbeeld te benoemen wat goed is in plaats van alleen maar kritiek te leveren op wat fout loopt. Kinderen zijn wereldwijd niet gelukkiger of ongelukkiger dan volwassenen. In tijden waar volwassenen gelukkig zijn, zijn kinderen dat meestal ook. Als ze tenminste één zorgende volwassene in de buurt hebben.

Je kan kinderen vanaf heel jonge leeftijd aanmoedigen om het goede te zien, om niet in competitie te gaan met anderen, om tevreden te zijn met wat er is en om te investeren in vriendschap en dankbaarheid. Geef kinderen richting én ruimte. Niet alleen richting of alleen ruimte, maar beide: structuur én vrijheid.

 

5. Maar ook de omgeving is, zowel voor kinderen als volwassenen, niet onbelangrijk voor de mate waarin we ons gelukkig voelen.

Geluk realiseer je in samenspel met anderen: je vrienden, familie, collega’s, buren … Maar zelf ben je ook op jouw beurt steeds iemands ‘andere’. Je krijgt wat je geeft. Zo klagen sommige mensen over het feit dat ze weinig respect krijgen of dat er niemand naar hen luistert. Maar we zouden al kunnen beginnen met zelf na te gaan hoeveel respect wij voor anderen over hebben. Hoezeer zijn we zelf bereid te luisteren naar andermans problemen? Dat begint soms gewoon met een ‘goeiedag’ of  schouderklopje. Wedden dat je er ook een terugkrijgt?

 

6. Zo’n schouderklopje dat je letterlijk voelt, is inderdaad een fijn en warm gebaar. Geluk zit dus blijkbaar niet enkel tussen de oren, maar kunnen we ook fysiek voelen?

Lichaam en geest zijn één - geluk zit tussen de oren én de tenen. En je kan jezelf best wel wat helpen. Probeer eens wat vaker te lachen en mondhoeken op te trekken. Je voelt meteen het verschil! En dat straal je ook uit naar anderen. We zien het én we voelen het.

 

Leo Bormans schreef boeken over geluk:

  • ‘Geluk. the World Book of happiness’
  • ‘De schatkist van geluk’ –met 104 concrete tips op weg naar geluk

Er werden volgende vragen gesteld aan de auteur:

1. Wat zette u ertoe aan om een boek over geluk te schrijven?

Bormans: Iedereen is op zoek naar geluk. Ik reis veel en praat vaak met mensen. Telkens ontdek je dat de grote drijfveer van hun handelen ‘gelukkig zijn’ is. Geluk voor zichzelf, voor de kinderen, enzovoort. Wanneer je dan doorvraagt naar wat geluk precies inhoudt, krijg je heel uiteenlopende antwoorden. Dat vond ik interessant. Daarom ging ik op zoek naar wat we echt weten over geluk. Niet vanuit het religieus of filosofisch denken, maar uit kennis en wetenschap uit de psychologie, sociologie en economie. Zo ontdekte ik dat er meer dan drieduizend professoren wereldwijd bezig zijn met het bestuderen van geluk. Vertelde ik daarover aan mijn vrienden, dan had niemand van hen daar ooit over gehoord. Daarom wilde ik de brug slaan tussen de universiteit en de Dorpsstraat. En wat we met z’n allen kunnen leren uit de recente resultaten van de positieve psychologie, lijkt héél veel mensen te interesseren.

2. Wat hoopt u deze mensen vooral mee te geven?

Bormans: Dat we ons geluk voor een groot deel zelf kunnen bepalen en dat we veel van elkaar kunnen leren: van China tot Zuid-Afrika, van IJsland tot Japan. Hoezeer we ook van elkaar verschillen, wat ons bindt is nog veel groter. Onze zoektocht naar geluk bijvoorbeeld.

3. Tot slot: wat is uw persoonlijke definitie van geluk?

Bormans: Er is niet één definitie of succesformule voor geluk. Wie jou dat probeert wijs te maken is een charlatan of kwakzalver. Ondertussen kennen we wel een aantal belangrijke kenmerken van geluk. Het allerbelangrijkste daarvan: andere mensen. Wij zijn sociale dieren en we hebben anderen nodig. Ieder van ons wil best wel even een tijdje alleen zijn en enkele momenten voor zichzelf reserveren. Maar dat zal ons niet gelukkig maken. Geluk zit immers in het delen ervan, in geven, in vrijwilligerswerk, in vriendschap. Dat klinkt misschien soft, maar ook dit werd inmiddels wetenschappelijk aangetoond.

Maar vraag je ’t mij persoonlijk, dan kan ik mezelf nogal vinden in de volgende omschrijving van geluk: “je goed voelen terwijl je het goede doet!”