Trendy in de 18de en 19de eeuw
Twee eeuwen geleden was het voor de dames uit de burgerij doodgewoon en misschien zijn er onder jullie ook fashionista’s die het nog altijd doen : zich 3 tot 4 keer per dag omkleden.
In het modemuseum in Antwerpen kan je een leven in mode zien.
Na de nacht hult men zich in ochtendkleding – dan volgt de namiddagjurk en even voor het diner is het tijd voor de avondjurk. Als je gaat winkelen of sporten vraagt dat ook weer om een aangepaste outfit.
De 18de en 19de eeuw zijn een boeiend tijdperk, dat je in "Een leven in mode" kunt ontdekken tijdens een wandeling langs een 19de eeuwse boulevard.
We kijken naar de tijd van vóór de grote ontwerpers en merken - toen werd alles nog op maat gemaakt. Toch was het precies in de 18de eeuw, met de opkomst van de middenklasse, dat een snel evoluerende mode ontstond.
Zeker in de 18de en 19de eeuw werd het modebeeld door het Hof bepaald. Vorsten en vorstinnen en hun hofhouding etaleerden hun kostuums tijdens publieke optredens. Aristocratie en burgerij spiegelden zich daar zo goed als mogelijk aan. Mode was voor de onderdanen vooral een kwestie van volgen en niet van trendsetten.
De hovelingen vervulden de rol van ‘celebrity’s’ nu, zij zetten de toon. Hun kleding verscheen in de geïllustreerde modemagazines en de burgerij probeerde hen te imiteren.
Maar omdat de ‘upper class’ zijn volgelingen altijd een stapje voor wilde blijven, veranderde het silhouet altijd maar sneller.
Doch de vrijetijdskleding van de groeiende middenklasse (reizen, sport en winkelen) vereiste ook een geschikte outfit.
Zo kwam aan het einde van de 18de eeuw, met de grote doorbraak van de fiets, ook de broekrok. Tot dan toe was het voor vouwen ‘not done’ een broek te dragen.
Men ziet op oude foto’s hoe dames in lange rok cricket speelden of op het strand zaten.
Arbeidersvrouwen konden zich twee eeuwen geleden nog geen modieuze kleding veroorloven. Maar ook burgervrouwen bezaten niet altijd zo’n uitgebreide garderobe. Om toch te kunnen ‘meedoen’ gingen ze creatief aan de slag en speelde ze met accessoires.
Ze droegen bv. na de middag een sjaal en ’s avonds juwelen.
Ook hadden de middenklassers niet altijd de middelen om de nieuwste trends te volgen. Vaak verstelden ze kleren om toch weer bij de tijd te zijn. Dit kan je allemaal zien op de tentoonstelling.
De 'Wespentaille'
De kledij zegt ook iets over het schoonheidsideaal.
Tot begin vorige eeuw was een ingesnoerde taille de norm. Dat veranderde in de jaren 1920. maar in 1950 was de smalle taille er weer.
In de tentoonstelling zie je zwangerschapsjurken uit de periode 1790 – 1880. Het zijn jurken met crinolines en hoepels die de buik zoveel mogelijk insnoeren. Erg gezond was dit niet en het zorgde dan ook vaak voor miskramen.
Als u ook vindt dat, met de wespentaille en de hoge boezem in de mode, de mooiste vormen al werden bedacht dan moet u beslist gaan kijken.
De japonnen, jasjes, korsetten en crinolines, accessoires en nog veel meer getoond die in het museum getoond worden zijn afkomstig uit de collectie van de Nederlandse verzamelaarster 'Jacoba de Jonge'. Zij bezat 2.500 kledingstukken die een periode van 1750 tot 1950 beschrijven – daarmee één van de grootste historische verzameling vrouwenkleding.
Ze schonk een deel aan Mode-Museum en de rest kocht het museum op. Dus nu is nagenoeg haar hele collectie eigendom van het mode-Museum
Meer interesse .. ga gerust een kijkje nemen in Antwerpen
De wespentaille en de mode nu
De wespentaille is op sterven na dood. Uit grootscheeps onderzoek blijkt dat de gemiddelde vrouw de voorbije vijftig jaar vooral in haar middel heel wat centimeters is bijgekomen. Borsten en billen zetten in vergelijking veel minder uit.
Het wulpse zandlopermodel à la Marilyn Monroe is van de baan. Tegenwoordig zien vrouwen er vormelozer en rechter uit. Vaak hebben ze zelfs een buikje.
In Groot-Brittannië deed men een grote overheidsstudie naar de maten en gewichten van vrouwen. De onderzoekers zetten meer dan 5.000 vrouwen op de weegschaal en gingen ze te lijf met een meetlint. Ze vergeleken de resultaten met die van een soortgelijk onderzoek uit 1951.
Britse vrouwen zijn sinds de eerste studie gemiddeld 3,8 centimeter gegroeid en wegen 3,4 kilo meer. Maar de opvallendste conclusie: de vrouwelijke taille is de voorbije decennia met liefst 16,5 centimeter toegenomen. Borsten en billen groeiden met nog geen vier centimeter. De Britten hebben prompt de wespentaille officieel dood verklaard.
Experts geloven dat de toegenomen welvaart in onze maatschappij een verklaring is voor het verdwijnen van de wespentaille. Grootmoeders hebben nog het suikerrantsoen meegemaakt. Kleindochters groeiden op met snoepautomaten en McDonald's.
Aangepaste maten
Kledingfabrikanten en confectiehuizen moeten rekening houden met de veranderende vrouwelijke vormen. Ze snijden hun modellen op maat van de gemiddelde vrouw. ,,Die moderne vrouw is inderdaad iets zwaarder en vooral groter dan vroeger'', zegt Jan Erik van Dijk, marketingmanager bij de damesdivisie van C&A.
Over Jacoba de Jonge
Een 19de eeuwse japon vormt voor Jacoba de Jonge een verhaal op zich. De manier waarop hij de vrouw 'vorm geeft' vertelt hoe ze hoorde te leven. Vandaar is het dan ook niet moeilijk om haar fascinatie voor de vrouwenkleding uit voorbije tijden te begrijpen.
Ze is al vanaf haar zestiende ermee bezig. Ze studeerde rechten maar bleef haar eerste belangstelling haar hele leven trouw. Een trouwjurk van een oudtante vormde de basis voor haar latere collectie. ,,Ik mocht hem als jong meisje eens aantrekken, zoiets is een beleving, de jurken van rond de vorige eeuwwisseling bepalen je hele houding en je zijn'', vertelt ze erover.
Het vergde behoorlijk wat aanpaswerk aan de bustes, de tailles versmallen en de boezems aanvullen, om de jurken op de juiste manier te kunnen showen.
Iets meer over de tentoonstelling zelf
De tentoonstelling laat een stuk of honderd silhouetten uit haar 2500 stukken rijke verzameling zien - dit alles in een fotodecor dat helemaal de sfeer van toen oproept. Aan de wanden zijn foto's van dames, flanerend, met of zonder kinderwagen, fietsend, in de automobiel of te paard, wandelend in de bergen of onder de parasol verscholen op het strand.
De tentoonstelling opent met zes duo's van japonnen waarbij de ene het model was voor de andere. De eerste jurk heeft een bijzonder verfijnde snit en materiaal, de goedkopere dan is een iets minder geraffineerde versie.
Deze japonnen met 'queue' doen al meteen de onderliggende 'techniek' veronderstellen, korsetten en crinolines zijn dan ook geëxposeerd.
Het is bekend dat dames van stand zich tot een eindje in de twintigste eeuw niet zonder assistentie konden kleden.
Maar gelukkig werden de vrouwen niet van de ochtend tot de avond ingesnoerd. Tot de middag verbleven ze vaak thuis en werkten ze hun ontvangsten en bezigheden af in een deshabillé. De matinée uit fragiele materialen, als zeg maar zijdesatijn, en met kostbare versieringen van kant en borduurwerk zijn even goed een streling voor het geïnteresseerde oog.
Bij de meeste vrouwen volgden de zwangerschappen elkaar op. Over 'die toestand' werd echter in alle talen gezwegen en de japonnen dienden de zwangerschap dan ook zo lang mogelijk aan het oog te onttrekken. Het begrip 'une dame souffrante' verwees vooral naar de ongemakken en het risico die ermee waren verbonden. Vaak werden japonnen voor de zwangerschap vermaakt, ter hoogte van de buik verwijd of zelfs gewoon omgedraaid zodat de queu vooraan kwam te zitten.
Honderd en meer jaren terug hadden mensen een groot besef van duurzaamheid en spaarzaamheid en ze recupereerden voortdurend de kostbare stoffen en materialen in aangepaste modellen. Heel lang bleef de snit trouwens nagenoeg ongewijzigd, de robe à l'anglaise en de robe à la française bleven ruim zestig jaar bestaan.
Ook werd een japon omgetoverd voor een andere bestemming, een jurk met mouwen om mee te wandelen werd 's avonds van zijn mouwen ontdaan en dankzij een feestelijke versiering kreeg hij de allure van een avondjurk.
Pas in de 19de eeuw werden voorname vrouwen echt wat vrijer en gaven ze een impuls aan het modebeeld. Het bekendste Parijse modehuis 'Au Bon Marché' zette de toon. Vrouwen legden visites af, gingen winkelen en door de stad kuieren, zelfs sporten. Elke bezigheid vereiste een geëigende outfit en die zijn allemaal in de collectie terug te vinden.
Voor hun sportieve bezigheden hadden de dames een even fraaie garderobe, van amazonekostuums met prachtige getailleerde jasjes over tenniskleding tot zwierige rokken voor wandelingen. Vlak voor de 20ste eeuw gingen vrouwen fietsen, eerst enkel de excentrieke types maar later volgden de massa en de mode.
Naarmate meer burgervrouwen gingen reizen, evolueerde ook de zomermode. Lichtere stoffen werden al langer gebruikt, nu kregen de jurken een meer vloeiende en speelse snit en werden ze in wit of beige tinten uitgevoerd. De snoezige japonnen flatteerden de dames enkel bij informele gelegenheden als picknicks of strandwandelingen, 's avonds bleef de formele dresscode gelden.
De tentoonstelling 'Een leven in mode' toont de romantische buitenkant van een vrouwenleven. maar eveneens illustreert men talrijke vormvereisten die aan de vrouw werd opgelegd.
en als men dit droeg in de 19de eeuw, waren dat hoogtijdagen voor de 'konten'madam?
Volgend deel : Zijn wij slachtoffers van de mode?
Maak jouw eigen website met JouwWeb