Een appeltje voor de dorst

 

'An apple a day keeps the doctor away'.

Dit bekende gezegde geeft te kennen dat de appel een bijzonder stuk fruit is. Maar vooral een gezond stuk fruit.

Appels bevatten veel vitaminen, anti-oxidanten, koolhydraten en andere gezonde stoffen.

Het is een vullend én bij sommige appelsoorten ‘zoet’ tussendoortje.

Ze zijn ook een goede bron van vitamine C (met 1 appel zit je al aan de 14 % van de dagelijks aanbevolen hoeveelheid).

Appels stillen de honger maar bevatten weinig calorieën en geen vet, maar ze zijn rijk aan vezels. Dit maakt de appel dus erg geliefd bij iemand die gewicht kwijt wil.

Amerikaanse wetenschappers én Finse onderzoekers hebben na veel en lang onderzoek ontdekt dat de appel het risico op hartziekten/ hartaanval beperkt. De antioxidanten zouden helpen om de slechte cholesterol te verlagen.

En er wordt ook beweerd dat een appel eten voor het sporten je prestaties kan verbeteren. Dit fruit bevat namelijk het antioxidant quercetine, wat het uithoudingsvermogen een boost geeft omdat er meer zuurstof naar de longen gaat.

Héél belangrijk: áls je een appel uit het vuistje eet, doe het dan mét de schil (gewassen uiteraard). Om een ideaal effect te hebben zijn biologische en daardoor onbespoten appels de beste.

de schil bevat de meeste vezels. Die geven een vol gevoel en je hebt minder snel honger.

de meeste vitamines zitten in of vlak onder de schil (vitamine A en C)

de schil bevat de Quercetine, de flavonoïde die de longfunctie versterkt

de schil bevat ook triterpenoïden, deze stoffen zouden kankercellen doden

De appel prijkt helemaal bovenaan het lijstje van meest gegeten fruitsoorten. Ze zijn overal in de wereld geliefd. Ze liggen op veel fruitschalen. Ze passen perfect in de boekentas van de kinderen. Ze zijn een leuke snack op het werk én ze lenen zich ook uitstekend voor heerlijke recepten, zowel zoet als hartig.

 

De Belgische appels vertegenwoordigen een groot deel van de markt. De belangrijkste productiecentra zijn Zuid-Limburg en het Hageland. Sommige appelsoorten zijn maar enkele maanden verkrijgbaar, anderen het hele jaar door. Het gaat minder goed met onze appels door de Russische boycot. Daarom roept het Verbond van Belgische Tuinbouwers de Belgen op om meer inheemse appelen te eten

De fruitsector in ons land lijdt nog altijd sterk onder de Russische boycot voor Europese land- en tuinbouwproducten.

Er is een heel groot assortiment appels en stuk voor stuk hebben ze een eigen karakter en hun kwaliteit. En niet alleen de Belgische, maar ook ingevoerde appels zijn hier geliefd en gekend. In de winkel of markt worden we overrompeld door 'namen', maar welke soort zullen we best kiezen?

Er zijn TEVEEL appelsoorten om op te noemen, maar ik probeer er enkele voor te stellen, zowel Belgische als ingevoerde.

 

1. De Golden Delicious

Dit is de lieveling voor de appel uit het vuistje. Het is een dikke, smaakvolle appel (groen na de pluk en kleurt daana goudgeel). Deze appels zijn sappig, zoet en zacht. Hun ‘gulden’ naam danken ze aan hun geelachtig jasje als ze rijp zijn. Het gele vruchtvlees is knapperig. De Golden Delicious wordt zoeter naarmate hij langer bewaard wordt.

Ze zijn niet alleen lekker uit het vuistje maar ook in taart of in de oven met een nootje boter en suiker waar het klokhuis zat.

 

2. Jonagold

De Belgische Jonagold staat nog steeds aan de kop. Het is een grote tot zeer grote appel met rood-groene kleur en opvallende rood-roze blos. Het lichtgele vruchtvlees is stevig en sappig. Deze appels zijn genereus en zó zacht dat ze smelten op de tong.

Je kunt er zowat alles mee doen. Ze zijn net zo lekker uit het vuistje als gebakken, heerlijk met een beetje kaneel, honing of vanille-ijs. Het is een ideale dessertappel, ook ideaal in zoet-hartige gerechten. Het is een zeer goede bewaarappel het hele jaar door.

 

3. Jonagored

Dit is de rode broer van de Jonagold. Het is een sappige en knapperige appel met een natuurlijke warmrode kleur. Het vruchtvlees is roomkleurig (donkerder dan de jonagold) en heeft pittig en fris aroma, een beetje tussen zoet en zuur. Er wordt ook gesproken van  Morrens’ jonagored. (de Belgische boomkweker Jos Moren uit Belgisch Limburg ontdekte dit ras)

Ze zijn lekker uit het vuistje en ook in dessertgerechten.

 

4. Elstar

De Elstar is een appel met een goed aroma. Het is een zeer mooie, geelrood gekleurde appel met een handig formaat. Het vruchtvlees is vast en sappig met een lichtzoete smaak.

Dat maakt ze ideaal al appel uit het vuistje. Daarnaast zijn ze niet te versmaden in taart of gebak, want ze krijgen een heerlijke citroenachtige bijsmaak als ze gebakken zijn.

 

5. Cox Orange Pippin

Deze kleine appels zijn oranjegeel gekleurd, overgoten met prachtig rood. Ze worden vaak 'de koning van het appelrijk' genoemd. Het zeer aromatisch vruchtvlees is geel van kleur en zeer sappig. Op het einde van het seizoen wordt de appel wel zeer snel melig.

Ze zijn perfect voor een sapje of gewoon uit het vuistje. Deze appelsoort komt oorspronkelijk uit Engeland, wordt nu massaal gekweekt in België.

 

6. Boskoop / Goudreinette

De Goudreinette wordt ook wel Schone van Boskoop genoemd. Dit appelras verspreidde zich reeds vanaf 1863 door de lage landen. Het is de grootste hand- en moesappel in België en Nederland. Geen enkel ander ras bevat zoveel vitamine C, vruchtzuren en suikers. Deze dikke, ruwe bruinrode appelen met roestkleur hebben een zuur en stevig vruchtvlees. De schil is droog, soms ruw. Eenmaal op smaak gekomen zijn het heerlijke geurende friszoete herfstappels. Ze zijn gewaardeerd als eetappel, maar de echte liefhebbers wachten tot december om erin te bijten. Bij lange bewaring rimpelen de vruchten maar dat gaat niet ten koste van de smaak

De boskoop- goudrenet is niet alleen eetbaar ‘uit het vuistje’ maar ze verrichten wonderen in de keuken. Omdat de appel zurig en stevig is, wordt hij veel gebruikt voor producten die verhit worden. Ze zijn onvervangbaar in taart of als appelmoes. Bij gebak behoudt de appel zijn smaak en structuur en bij pasteurisatie blijft een typische appelsmaak beter behouden. Je kunt er heerlijk mee koken van begin september tot in de lente.

 

7. Primo

Primo-appels pronken met een dieprode kleur die hen onweerstaanbaar maakt. Ze hebben een frisse zoetzure smaak, zijn sappig en krokant. Het gele vruchtvlees is zeer sappig. Ze zijn een lekker fris tussendoortje en ook extreem goed houdbaar.

Niet alleen als appel uit het vuistje maar hun harde vruchtvlees geeft je carte blanche in de keuken. Ze zijn een geschikt ingrediënt voor je kook-en bakcreaties.

 

8. Belgica

Dit is een nieuwe Belgische appelsoort, de eerste keer geplukt in 2003 en vanaf 2012-2013 massaal verkocht. Deze appels hebben een kleurenpracht van karmijnrood en groen. Het vruchtvlees is stevig, wit en heeft een hoog suikergehalte. Ze hebben een zoetzure smaak. Deze herfstappel is geen bewaarappel en komt best tot zijn recht van september tot  november. Laat ze een dag op kamertemperatuur komen om van hun volle smaak te genieten.

Het is een appel met een dunne schil en is dus makkelijk uit het vuistje te eten. Maar ze zijn ook lekker in taart en gebak.

Recept: Appeltaartje met ijs

https://www.dekeukenvanlidl.be/Recepten/Appeltaartje-met-ijs

 

9. Delbar

De Delbar, ook delbare of delcorf genoemd, is eveneens een nieuw appelras, een kruising tussen Stark Jon Grimes en Golden Delicious. Deze vroege herfstappel is middelmatig tot groot, met een goudgele kleur en een oranjerode blos. Het knapperige vruchtvlees is fris en zoetzuur van smaak. Het is een sterk geurende appel, die zo’n beetje naar rozen ruikt.

Het is een ideale eetappel maar je eet die best mét de schil, want de delbar zit boordevol quercitine, een anti-oxidant dat extra bescherming biedt tegen griep. Deze appel kan je gebruiken voor alle traditionele appelbereidingen en komt zeer goed tot zijn recht in een verse appelmoes.

 

10. Kanzi

Deze appel is ook een nieuwe soort, een kruising tussen de Gala en de Breaburn. Het is de Belgische variëteit van de (ingevoerde) Pink Lady. De Kanzi met een egale felrode schil heeft een zoetzure smaak een krokante sappige ‘bite’.

Ze zijn heel lekker uit het vuistje maar hun vast vruchtvlees laat je toe om je keukenfantasieën de vrije loop laten.

 

11. De Pink Lady.

De Pink Lady heeft heel veel zonneschijn nodig en moet dus altijd geïmporteerd worden: van april tot september uit Zuid-Afrika, Chili, Australië en Nieuw-Zeeland. De andere maanden uit het zuiden van Europa. Het is een van de meest ingevoerde en verkochte appels (ongeveer 5000 ton/jaar). Dat is dubbel zoveel als de Belgische variëteit, Kanzi (die even lekker is).

De Pink Lady is een heel lekkere appel met een stevig vruchtvlees. Hij is sappig, zoet, knapperig en met een mooie frisse toets. De naam is perfect gekozen voor de aantrekkelijke appel met een roze-rode kleur op heldergele achtergrond.

Deze appels zijn perfecte eet-appels maar ze geven ook het beste van zichzelf in taart of in de oven.

 

12. De Royal Gala

De Royal Gala komt oorspronkelijk uit Nieuw-Zeeland maar is nu over heel de wereld uit geplant. De in Nederland verkregen Gala appel komt voornamelijk (na Nieuw-Zeeland) uit Frankrijk, Italië, Zuid-Amerika, Zuid-Afrika. Deze appel is erg geliefd in het Verenigd Koninkrijk. Ze zijn het hele jaar door verkrijgbaar.

Het is een middelgrote en kegelvormige appel met karmijnrode vlekken op een licht gele ondergrond. Ze zijn lekker zoet met knapperig geel vruchtvlees.

De Royal Gala is uitermate geschikt voor desserten en salades.

 

13. Braeburn

De Braeburn is ook een appelras uit Nieuw-Zeeland, waarschijnlijk een kruising tussen Granny Smith and Lady Hamilton. Ze zijn zeer stevig en hebben een smaak tussen zoet en zuur. Je kan ze herkennen aan hun lichtjes gestriemde baksteenkleur. De Braeburn kan lang bewaard worden, zonder dat hij zacht wordt

Ze zijn heerlijk uit het vuistje maar ook in taart of in de oven.

 

14. Granny Smith

Deze appel is van origine afkomstig uit Australië en Nieuw Zeeland. Ze worden ook vaak geïmporteerd uit Chili en Frankrijk. Nu zijn er ook al Granny Smith van eigen boomgaard. Ze worden hier meestal geplant als bestuiver tussen andere variëteiten, bijna nooit als hoofdteelt. Het is een tamelijk kleine, groene appel met een friszure smaak en zeer vast vruchtvlees. Ze zijn hard en krokant. Daarom worden ze minder snel bruin dan de andere appelsoorten.

Daardoor is het een zeer goede eet-appel. De Granny Smith komt ook helemaal tot zijn recht in fruitsalades of in zoet-hartige combinaties, zoals met rauwe vis of zeevruchten.

 

15. Greenstar

De Greenstar is een kruising tussen Granny Smith en Delbar. Deze appel lijkt dan ook erg op de Granny Smith, maar deze is iets groter, heeft ook een mooie regelmatige vorm en gladde diepgroene schil. Het is een friszure appel, een hoog suikergehalte en zit boordevol vitamine  C. Het vruchtvlees is vast en sappig.

De appel is knapperig en lekker uit het vuistje. Er is geen verkleuring van het vruchtvlees na het aansnijden. En daardoor is de Greenstar erg geschikt in salades en al garnering.

 

16. Rubens

De Rubens is een kruising tussen Elstar en Royal Gala. De appel combineert het sprankelende frisse aroma van de Elstar en het zoete van de Gala. Het is een appel met helderrode strepen en geelgroene grondkleur. Je kan spreken van 80% mooie, rode blos. De appel heeft een strak en fris uiterlijk. Deze appel heeft een sprankelend zoete en volle smaak en brosse krokant vruchtvlees.

De Rubens is het lekkerst als appel uit het vuistje, maar de appel is ook lekker om te verwerken in salades en desserts.

 

Dit is maar een 'kleine' greep uit de appelsoorten.

Lijst van appelrassen : https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_appelrassen