Overbezorgde ouders – 'Coole' kinderen

 

Ken je het ook … nachten wakker liggen, piekeren over de toekomst van je kinderen?

En je zoon of dochter?  Pfff, het lijkt hem/haar niets te kunnen schelen!

Als ouder ben je eigenlijk bang. Je wil de kinderen beschermen maar toch moet je hen loslaten.

Je hebt zoveel vragen, angsten: "Je wordt toch niet gepest op school?" – "Ben je wel gelukkig?" – "Je kiest toch geen foute vrienden?" – "Je bent toch voorzichtig op de baan?" enz ....

Het begint al bij de zwangerschap. Daar waar wij vroeger van niets wisten, zie ik dat onze kinderen – met de huidige kennis over toxoplasmose en listeria - niet anders kunnen dan op hun voeding letten. Ook al kennen ze misschien niemand rechtstreeks die er ooit slachtoffer van geworden is. Hoe graag ze ook zou willen, zorgeloos genieten van een broodje martino, bleu gebakken biefstuk, sushi of een slaatje met gerookte vis, is er momenteel niet meer bij.

En dan volgt de geboorte, een blijde gebeurtenis. Maar zodra het kindje er is, zijn de ouders bezorgd. De verantwoordelijkheid voor dat kleine, hulpeloze wezentje doet vragen oprijzen. Zal de baby voldoende drinken? Kunnen we ziektekiemen vermijden, zijn de flesjes/fopspenen steriel genoeg? En wat als de baby veel huilt .. zou hij pijn hebben?

Angst na de bevalling komt vaker voor dan men denkt. Bluesgevoelens en angsten treffen bijna alle vrouwen, maar ongeveer één op tien ervaart een postnatale depressie.

Hoe vaak hoor je niet dat mama panikeert en om de haverklap bij de dokter staat omdat ze denkt dat haar baby ziek is.

Naarmate die pasgeborene verandert in een kind dat je door en door kent en waarin je dingen leest die anderen niet eens opmerken, komen er nieuwe vragen bij.

Het is als jonge ouder vaak zo moeilijk om hier je weg in te vinden. Om naast je neer te leggen waar jij het nut niet van ziet, terwijl het toch wordt aanbevolen door professionelen. Om in te gaan tegen het oordeel van je omgeving omdat zij toch meer ervaring hebben.

Ik heb er zelf vaak om gelachen, de bezorgdheid van mijn ouders, die altijd waarschuwden dat we voorzichtig moesten zijn: in het verkeer, met kokende pannen, gladde trappen, vieze toiletten, duistere cafeetjes, verraderlijke beekjes en met mannen .. ja, dat ook!

Tot ik zelf kinderen kreeg en ondervond wat het was en dat ik hen ook elke keer ze de deur uitgingen (en nog uitgaan) waarschuwde : ‘En wees voorzichtig hé’.

Ouders van nu worden meer en meer overstelpt met akelige en verontrustende berichten. De risico’s van de voeding, gsm-stralen of schadelijke stoffen doen menig ouder naar de keel grijpen, om nog maar te zwijgen van de ‘verziekte’ maatschappij waarin wij leven.

Ik hoor het mijn moeder ook nog zeggen: ‘Vergeet niet : kleine kinderen, kleine zorgen máár grote kinderen, grote zorgen!’ Eerst geloofde ik dat niet, tot ik zelf met puberende kinderen te maken had.

Net op het moment dat ze nog kwetsbaar zijn, in de adolescentie, moet je ze als ouder ook meer vrijheid geven – in het volle besef dat ze nog stommiteiten zullen begaan. Je moet er ook rekening mee houden dat ze, door hun puberende brein, grenzen opzoeken en risico’s nemen. Zolang ze klein zijn, heb je nog de zekerheid dat je ze kunt vastgrijpen en op een stoel kunt zetten als ze gevaarlijke toeren uithalen. Als tiener en jongvolwassene leiden ze een leven waar je niet altijd bij bent. Als ouder moet je hen die ruimte geven, goed wetend dat ze nog niet de maturiteit hebben om altijd goede beslissingen te nemen. Bovendien is de maatschappij complexer geworden. Jongeren hebben vandaag gemakkelijk toegang tot gevaarlijke dingen. Ze moeten dus beter ‘neen’ kunnen zeggen dan wij vroeger.

Vaak voeden ouders hun kinderen vrijer op dan vroeger. Maar door de economische crisis maken ze zich meer dan vroeger zorgen over hun jongvolwassen kinderen : hun studiekeuze, hun schoolresultaten, hun examen, hun relaties, hun levenswijze, hun reizen …

Ouders leggen meer druk op hen om een diploma te halen en te presteren want anders lijken ze geen toekomst te hebben. Thuis worden die ouders echter geconfronteerd met een zoon/dochter die een heel ‘coole’ houding aanneemt tegenover het leven en zich helemaal geen zorgen over de toekomst lijkt te maken. Elke opmerking lijkt van hen af te glijden!

Maar … die coole onbezorgde houding van onze jongvolwassen kinderen is vaak schijn. Ze denken wél aan hun toekomst, maar ze hebben geen behoefte om erover te praten met hun ouders. Als ze erover praten, is het met leeftijdgenoten. Op deze manier nemen ze afstand van hun ouders en voorkomen ze dat die ouders zich te veel bemoeien. Deze fase is wel noodzakelijk in hun ontwikkeling. Zo kunnen ze zelfstandig hun eigen weg zoeken. Wanneer we onze kinderen te veel onderdruk zetten – hoe begrijpelijk dat vandaag ook is – dan riskeren we dat ze ‘foert’ zeggen. Ze kunnen hun motivatie verliezen, faalangst krijgen of helemaal met hun ouders breken.

Misschien hebben we ons mateloos geërgerd aan de overbezorgdheid van onze moeder en nu doen we hetzelfde! Ik zie jullie denken : ‘Het is toch normaal dat we bezorgd zijn? Daar is toch niets mis mee?’

Er is inderdaad niets mis met bezorgd zijn en natuurlijk mag je prestaties opvolgen en nagaan óf ze studeren en wat ze al gestudeerd hebben. Ondanks die ‘coole façade’ vind je kind het trouwens geruststellend dat zijn ouders bezorgd zijn? Maar het is belangrijk dat die angst niet verstikkend werkt of je beslissingen gaat bepalen.

Wat ik daarin wel belangrijk vind, is dat ouders niet bang hoeven te zijn om nog een stuk toezicht te houden. Máár loslaten betekent niet dat je geen grenzen meer mag aangeven.

Nu ben ik oma, ik moet geen grenzen meer aangeven. We hadden uiteraard ook dagen waarop we met de handen in het haar zaten en ons afvroegen hoe ze het zouden redden.  Zoals de meeste ouders hebben we het er toch goed vanaf gebracht. Nu kunnen wij genieten van kleinkinderen, maar de grootste verantwoordelijkheid ligt nu bij de jonge ouders. En misschien zullen ze ooit zeggen : ‘Nu begrijp ik wat mijn moeder bedoelde.’

En de vaders dan?

Alhoewel ik het in dit artikel vaak over moeders had, zijn angsten zeker niet exclusief vrouwelijk. Er zijn zeker ook vaders die angsten voelen, maar misschien ze durven er minder voor uit komen. Vaders hebben dan vaak een andere rol en denken traditioneel : zal ik mijn gezin overeind kunnen houden en hoe gaan we het financieel redden?

Terwijl moeders sneller nood hebben aan een goede babbel, zich gesteund voelen of hun hart mogen luchten, zoeken vaders wat rationele geruststelling (bv. in de uitleg van de arts)

Een paar tips misschien :

  • zeg nooit :’ je moet het beter doen dan wij!” of “je moet hoger mikken dan wij!” Op die manier leg je een veel te grote druk op je kind.
  • motiveer je kind vanuit zijn/haar verwachtingen, niet vanuit de jouwe. Je zoon/dochter moet niet studeren om jou een plezier te doen, maar om de eigen dromen waar te maken.
  • heb vertrouwen in je kind. Hij/zij is tot meer in staat dan je misschien denkt, ook al blijven ze er zelf over zwijgen
  • laat ze fouten maken. Een herexamen, een jaar overdoen of niet meteen een goede job vinden is echt geen ramp. Denk aan jezelf : ook in jouw jonge leven zal alles wel niet meteen gelukt zijn.
  • maak afspraken over het aantal contacten waarin u zich beiden kunt vinden,  bv afspreken hoe vaak ze weggaan, op reis gaan, studeren op kot …
  • besef dat die schijnbare onverschilligheid tijdelijk is. Pubers denken op korte termijn, twintigers zullen al meer over de verdere toekomst nadenken
  • zoek andere uitlaatkleppen. Heb je weer een nacht wakker gelegen? Voor bezorgde ouders is een netwerk van vrienden, buren en familie van onschatbare waarde : mensen met voelsprieten, die af en toe eens polsen of het nog gaat en bij wie je ook zelf je bezorgdheid kunt ventileren, kunnen heel wat angsten wegnemen
  • beoordeel jezelf niet te streng. Nee, het ligt niet in je macht om je kind tegen alles te beschermen, en ja, het is normaal dat je daarvan droomt. Ouderschap is altijd balanceren tussen beschermen en loslaten.
  • zoek niet eindeloos naar informatie over opvoeding en risico’s, graaf niet het hele internet uit voor tips, want veel onderzoeken spreken elkaar tegen. Ieder kind, iedere jongere is verschillend. Pas je stijl aan het temperament van je kind. Ironisch genoeg is ouderschap een van die dingen die beter werken naarmate je minder krampachtig probeert
  • zijn je angsten niet te hanteren en dreigen ze je ouderschap te veel aan te tasten, dan kan professioneel advies uitkomt bieden.

En ... zijn dat geen 'COOLE' kinderen?!

 

Probeer zelf rustig te blijven en ik denk aan de spreuk die bij mijn oma in de keuken hing : “Er is geen groter lijden dan het lijden dat men vreest”